Van der Staaij, zelf adoptievader van twee Colombiaanse kinderen, lichtte de circa zeventig aanwezigen voor over politieke ontwikkelingen op het terrein van adoptie. „Waar mogelijk moet een kind opgroeien bij zijn biologische ouders, maar als dit niet kan, is adoptie een vorm van kinderbescherming”, stelde Van der Staaij.Van der Staaij laakte de maatregel om ter verkorting van de procedure een wachtlijst in te stellen. Zijn voorkeur gaat uit naar capaciteitsuitbreiding voor voorlichting en gezinsonderzoek bij het ministerie van Justitie. Het streven is het aantal beginseltoestemmingen te verhogen naar 1800 per jaar.

Vanuit de overheid werd betwijfeld of bij sneller afgeven van een beginseltoestemming het aantal kinderen dat in aanmerking komt voor adoptie toereikend zal blijken, gaf Van der Staaij aan. „Trage regelgeving kan er echter voor zorgen dat deze kinderen naar andere landen gaan. Daarbij is snel inspelen op ontwikkelingen als in Zuid-Afrika, waar veel weeskinderen zijn als gevolg van aids, evenmin mogelijk.”

De adoptievader benadrukte vanuit zijn eigen ervaring dat bemiddeling door instellingen en beoordeling door Justitie gescheiden moeten blijven: „Geschiktheid moet beoordeeld worden door de overheid en niet door bemiddelingsorganisaties.” Van der Staaij stelde verder dat de maximale leeftijd voor wensouders om een kind te adopteren gehandhaafd moet blijven, omdat dit aansluit bij de gewone gezinssituatie.

De kosten van adoptie zijn momenteel zo hoog dat het bijna elitair wordt een kind te adopteren. Met het oog op hulp aan kinderen in nood is besloten de fiscaal aftrekbare som te verhogen van 700 naar 1000 euro.