Crisisoverleg na ergste Franse oproer in tien jaar
PARIJS (ANP) – De Franse premier De Villepin heeft zaterdag met ministers en een islamitische leider crisisoverleg gehouden in verband met de aanhoudende ongeregeldheden in Parijs en andere Franse steden. Het gaat om de ergste oproer in tien jaar, die zich als een olievlek over het land verspreidt.
In de nacht van vrijdag op zaterdag bereikten de rellen een tot nu toe ongekende omvang. Talrijke gebouwen, zoals scholen en winkels, en negenhonderd auto’s gingen in vlammen op. De politie arresteerde 253 personen.Het was voor de negende nacht op rij onrustig in talrijke voorsteden van Parijs waar veel (islamitische) allochtonen wonen. In een noordelijke buitenwijk moesten enkele honderden bewoners uit twee flatgebouwen worden geëvacueerd, omdat de relschoppers een ondergrondse garage in brand hadden gestoken. Verder brandden onder meer twee textielmagazijnen en een autoshowroom uit.
Ook uit andere grote steden als Marseille, Toulouse, Lyon, Lille en Rennes kwamen meldingen van incidenten. In een Noord–Franse plaats smeet een oproerkraaier een molotovcocktail in een volle bus.
De Villepin riep acht ministers bijeen voor crisisberaad. Ook sprak hij met het hoofd van de Grote Moskee van Parijs. De premier wil voor het eind van de maand een actieplan voor de verloederde buitenwijken presenteren.
„Geweld is geen oplossing", benadrukte minister Sarkozy van Binnenlandse Zaken. Bij een bezoek aan een politiepost verzekerde hij de agenten dat ze op steun van de regering kunnen rekenen. „De sleutel tot de oplossing ligt in arrestaties", zei hij.
Sarkozy wordt er door de linkse oppositie van beschuldigd de rellen te hebben aangewakkerd door de relschoppers „uitschot" te noemen. De communistische partij eiste zijn aftreden. De socialistische PS, de grootste oppositiepartij, is hierop tegen omdat de relschoppers dan zouden worden beloond.
Net als Sarkozy meent de Parijse procureur generaal Yves Bot dat de rellen niet spontaan ontstaan. Bot repte voor radiozender Europa 1 van „georganiseerd geweld". De openbaar aanklager zei dat jongeren van buiten Parijs op internet zijn opgeroepen het voorbeeld van de oproerkraaiers in de Franse hoofdstad te volgen. Bot zei dat hij niet wist wie voor de georganiseerde acties verantwoordelijk zijn. Volgens hem hebben ze geen etnische achtergrond.
De voorzitter van de politievakbond Synergie beschuldigde radicale islamieten ervan medeverantwoordelijk te zijn voor „deze nieuwe vorm van terrorisme in de steden". Zij zouden jongeren hebben opgejut nadat de politie vorige week traangas had gebruikt bij een inzet bij een moskee. Maar ook drugshandelaren zouden de onrust misbruiken.
In sommige plaatsen gingen burgers de straat op om te protesteren tegen de brandstichters. In Aulnay–sous–Bois liepen zaterdag vijfhonderd mensen mee in een demonstratie tegen het nachtelijk geweld. „Nee tegen geweld, ja tegen dialoog", stond er op spandoeken die zij meedroegen. Een deelneemster omschreef de omstandigheden in de buitenwijken als „die in een ontwikkelingsland". Veel inwoners zijn werkloos en klagen over discriminatie en racisme.
Groepen jongeren gaan al sinds vorige week donderdag tekeer in de voorsteden. Op die dag werden in Clichy–sous–Bois twee islamitische jongens in een transformatorhuisje geëlektrocuteerd. Zij zouden op de vlucht voor de politie zijn geweest. De autoriteiten ontkennen dit.