Verbieden of getuigen
Christenen worden in Nederland steeds meer een minderheid. Dat geldt zeker voor degenen die uitgaan van de absolute waarheid van Gods Woord. Ze worden door sommige -liberale- opiniemakers zelfs afgeschilderd als christelijke fundamentalisten, die anderen hun principes willen opleggen.
De druk om het geloof uit het publieke leven te weren neemt toe. In de huidige samenleving moeten christenen er daarom nadrukkelijker rekening mee houden dat de handhaving van de Bijbelse principes moeilijker wordt. Zo stelde bijvoorbeeld de voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling gisteren dat scholen niet op voorhand homoseksualiteit als grond voor afwijzing van sollicitanten kunnen gebruiken. Is dat geen duidelijk signaal?Deze ontwikkeling dwingt tot nadenken over de vraag hoe christenen dienen te staan in de huidige samenleving. In hoeverre moet worden geprobeerd zaken te weren die ingaan tegen Gods geboden? Daarbij kan zowel worden gedacht aan bijvoorbeeld een uitbreiding van het aantal koopzondagen als aanstootgevende reclameborden langs de wegen.
Gelukkig wordt nog actie ondernomen tegen maatschappelijke ontwikkelingen die strijdig zijn met de Gods Woord. Deze week bleek dat de ChristenUnie/SGP-fractie in Nijkerk probeerde de verkoop van Fanta in het stadhuis te verbieden, omdat de frisdrankfabriek de muziekzender TMF sponsort. Deze zender heeft met zijn verderfelijke clips een slechte invloed op jongeren. Een ander voorbeeld is de Bond tegen het vloeken, die op voetbalvelden borden met de tekst ”Een vloek mist ieder doel” plaatst. Ook tv-programma’s zoals ”God bestaat niet” worden terecht gehekeld.
EO-programmadirecteur Andries Knevel pleitte deze week echter voor een andere koers. Volgens hem gaan christenen er nog van uit dat ze bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen kunnen keren. Hij wees daarbij op acties tegen ranzige, op seks en geweld gerichte tv-programma’s. Knevel stelt dat dergelijke protesten een averechts effect kunnen hebben. Hij meent dat dit soort acties zelfs het Evangelie in de weg staat, omdat ze irritatie oproepen.
Gezien het feit dat christenen een minderheid vormen, moeten ze volgens de EO-directeur beseffen dat er geen maatschappelijk draagvlak meer is om bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen tegen te houden. Hij pleit daarom voor een ommekeer. Christenen moeten anders gaan denken. Minder verbiedend, meer getuigend.
Heeft Knevel gelijk? Moet een christen inderdaad minder verbiedend en meer getuigend zijn? In feite is dit een valse tegenstelling. Wat mag van een christen -ook in 2005- worden verwacht? Het antwoord in Zondag 12 van de eeuwenoude Heidelbergse Catechismus is duidelijk: „(…) opdat ik Zijn naam belijde, en mijzelf tot een levend dankoffer Hem offere, en met een vrije en goede consciëntie in dit leven tegen de zonde en den duivel strijde (…)”.
Verbieden of getuigen? In een steeds onchristelijker wordend land zal het verbieden van allerlei zaken die ingaan tegen Gods Woord moeilijker worden, zodat de nadruk nog meer komt te liggen op het getuigen. Maar ten principale geldt: laten we het ene doen en het andere zeker niet nalaten.