Zeeland herdenkt ”quade saterdach”
GOES - De ingrijpendste watervloed in Zeeland. Zo valt de Sint-Felixvloed van 5 november 1530 volgens de Zeeuwse geschiedkundige J. Kuipers gerust te typeren. „De vloed heeft de kaart van Zeeland drastisch gewijzigd.” Zaterdag heeft een bescheiden herdenking plaats.
Rampen met elkaar vergelijken is een hachelijke zaak. Maar als je het dan toch doet, „is 1953 absoluut minder erg geweest”, zegt Kuipers stellig. De Zeeuw, verbonden aan de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ), is morgen een van de sprekers tijdens een heuse Sint-Felixtoer. „De ramp van 1953 ligt natuurlijk nog vers in het geheugen, het is dé ramp”, zegt Kuipers. „Er zijn toen veel slachtoffers gevallen. Over de Sint-Felixvloed zijn nauwelijks gegevens wat betreft het aantal slachtoffers. Maar de Sint-Felixvloed heeft wel grote invloed gehad en onder meer de kaart van Zeeland drastisch gewijzigd. De ramp veroorzaakte verdronken gebieden die in sommige gevallen nog steeds verdronken zijn, zoals het Verdronken Land van Zuid-Beveland. Ook op Noord-Beveland zijn de gevolgen groot geweest, en op Sint-Philipsland. Het laatste gebied is zelfs drijvend en onbedijkt gebleven tot in de 17e eeuw.”De vijfde november van het jaar 1530 is de geschiedenis ingegaan als ”Sint-Felix quade saterdach”. Niet alleen Zeeland werd zwaar getroffen, maar heel Zuidwest-Nederland leed onder de enorme krachten van het water die vrijkwamen tijdens de vloed. De Sint-Felixtoer staat morgen, precies 475 jaar later, stil bij verschillende elementen van het watergeweld. Alle activiteiten zijn gratis te bezoeken. Om 10.00 uur start de toer in het Oosterscheldemuseum in Yerseke met een bezoek aan de tentoonstelling ”Verdronken Dorpen van Zuid-Beveland”. Een uur later is het in Rilland mogelijk de verdronken locatie van Oud-Rilland te bezoeken. Om 13.00 uur spreekt Kuipers in het historisch museum De Bevelanden in Goes over de vloed en de verdronken dorpen van Noord-Beveland. En om 15.00 uur, tot slot, spreekt de Zeeuwse historicus Jan Zwemer in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk over de verdronken dorpen op Schouwen-Duiveland.
Zwemer, die herstellende is van een zware griep, weet nog niet zeker of hij aanwezig kan zijn. Mocht hij morgen zijn partij mee kunnen blazen, dan zal hij daarbij ook de ramp van 1953 betrekken. „Die ligt nog vers in het geheugen van de mensen. Wie weet er nu nog wat over de ramp van 1530? Bovendien is niet te zeggen hoeveel doden daarbij gevallen zijn.”
Het fenomeen van verdronken dorpen is niet voorbehouden aan lang voorbije eeuwen, zegt Zwemer. „De meeste verdronken dorpen ontstonden na de vijftiende eeuw. Ook na de Sint-Felixvloed zijn dorpen ondergelopen, vaak in de nasleep van de ramp toen de mensen wegtrokken en ze de moeite niet langer namen het dorp te behouden. Maar ook na 1953 is op Schouwen-Duiveland nog een dorp verdronken, Kapelle. Bijna de helft van de inwoners van het dorp kwam om het leven in de rampnacht. Daarna is het dorp opgeheven.”
voetnoot (u17(Voor meer informatie: Zie ook www.scez.nl.