NS Internationaal trekt meer klanten
OBERHAUSEN - De internationale divisie van de Nederlandse Spoorwegen lijkt de periode van neergang achter zich te laten. Het verlies wordt dit jaar gehalveerd. Voor volgend jaar verwacht het NS-onderdeel nagenoeg uit de rode cijfers te komen en bijna quitte te spelen. Dat zei directeur M. van Roozendaal donderdag.
De afdeling internationaal treinverkeer van de NS had de afgelopen jaren grote zorgen. Door de neergang in de economie en de concurrentie met de prijsvechters in de lucht lieten veel passagiers de trein links liggen. NS Internationaal belandde in de rode cijfers. Vervolgens ging de bezem door de organisatie, het onderdeel zette in op de verkoop van kaartjes via internet, voerde agressief reclame om klanten te lokken en schrapte 150 banen, relatief veel in het management.De reorganisatie is een succes, aldus Van Roozendaal. Vorig jaar leed zijn divisie een verlies van tussen de 10 en 20 miljoen euro. Dit jaar halveert dat naar verwachting en in 2006 komt het resultaat waarschijnlijk uit „rond de nul.”
De verkoop van kaartjes via het internet zitten in de lift. Inmiddels wordt 10 procent van de reisbiljetten online aan de man gebracht. „Meer dan een verdubbeling”, verklaarde Van Roozendaal. In 2006 moet het percentage op 25 of 30 uitkomen.
NS Internationaal heeft nog op tien stations balies waar klanten terechtkunnen. Aanvankelijk was het bedrijf van plan deze te sluiten, maar onder druk van de vakbonden ging dat niet door. Er is afgesproken dat baliemedewerkers van het moederbedrijf NS binnenkort internationale treinkaartjes gaan verkopen. „Wij betalen daar een provisie voor”, aldus Van Roozendaal.
NS Internationaal kan volgens hem inmiddels de concurrentie met de prijsvechters aan. Op de middellange afstand, tussen de 500 en 600 kilometer, is de trein volgens de directeur „niet te verslaan.” Bij het NS-onderdeel werken nu nog ongeveer 650 mensen. Als de kaartverkoop is overgegaan naar de NS, zijn dat er 150 minder. Die banen komen terug bij het bedrijfsonderdeel NS Stations.
Gisteren werd bij monde van NS-directeur B. Meerstadt ook bekend dat verkeersminister Peijs onderzoekt of het toch mogelijk is een bestaand beveiligingssysteem bij de hogesnelheidslijn-zuid (HSL-Zuid) in te bouwen. Ze komt daarmee tegemoet aan de wens van de NS, die een dergelijk systeem noodzakelijk noemt om de hsl volgens planning in april 2007 te openen.
De snelle spoorverbinding tussen Amsterdam en Parijs, dreigt maanden later in gebruik te worden genomen. De treinen van de NS en het Franse spoorbedrijf SNCF zijn niet op tijd aangepast aan het gloednieuwe beveiligingssysteem ERTMS, dat in de hogesnelheidslijn wordt gebouwd. Ook heeft de NS grote twijfels aan de betrouwbaarheid van de nieuwe Europese veiligheidsstandaard. Volgens Meerstadt is het systeem op termijn prima, maar heeft het voorlopig nog te veel kinderziekten.
De NS wil daarom dat Peijs een bestaand systeem aanlegt om op terug te vallen. De minister liet onlangs weten daar niets voor te voelen. Het zou niet mogelijk zijn om het voor april 2007 voor elkaar te krijgen en het zou 90 miljoen euro moeten kosten. Inmiddels is ze daarop teruggekomen, zegt Meerstadt. „Er is afgesproken dat het ministerie de optie van een back-upsysteem gaat onderzoeken.” Peijs schat de kosten nu in op 15 tot 30 miljoen euro, aldus de NS-topman.
Beter resultaat:
- Verlies in 2005 waarschijnlijk gehalveerd.
- Aantal klanten groeit.
- In 2006 resultaat rond nul verwacht.
- Kaartverkoop via internet neemt toe.
- Reorganisatie werpt vruchten af.
- Onderzoek naar oplossing voor hsl perikelen.