De maatregelen worden gefinancierd door te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking en door te snijden in subsidies. Ook wil de LPF het hoge BTW–tarief met 1 procent optrekken. Dat blijkt uit een plan dat fractieleider Van As donderdag heeft gepresenteerd. Hij zal de voorstellen maandag naar voren brengen tijdens een debat met staatssecretaris Wijn van Financiën in de Tweede Kamer over de belastingplannen van het kabinet voor volgend jaar.Volgens het plan van de LPF gaat de vennootschapsbelasting omlaag van 29 naar 26 procent. De BPM, de belasting die betaald moet worden bij de aanschaf van een nieuwe auto, wordt met 1,1 miljard verminderd. Verder wordt een belastingkorting voor iedereen van 1,3 miljard omgezet in een een fiscaal voordeel dat alleen voor werkenden geldt. De BTW voor voedsel wordt verlaagd naar 5 procent.

Daar staat tegenover dat het hoge BTW–tarief van 19 naar 20 procent gaat. Aan verlaging van overheidssubsidies (onder meer voor de reïntegratie van werklozen) boekt de partij 2,9 miljard in. Het budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt met een half miljard verlaagd. Voorts houdt het LPF er rekening mee dat het bedrag van 365 miljoen dat het kabinet voor de levensloopregeling heeft gereserveerd, driemaal zo hoog uitvalt.

De LPF kon zijn meerjarenplan niet door het Centraal Planbureau laten doorrekenen, omdat dit alleen bij verkiezingsprogramma’s becijferingen voor de lange termijn verricht. Wat de koopkrachtefecten ervan zijn is dan ook niet precies bekend. Maar volgens Van As zullen werkenden erop vooruitgaan en niet–werkenden moeten inleveren. „Bezuinigen doet ergens pijn, dat is een politieke keuze.”