Buitenland

„Als het regent in Den Haag, druppelt het in Brussel”

MECHELEN - Het bijzonder onderwijs in België kent een lange traditie. Al in 1819 was er een protestantse school. Een meerderheid van de Vlaamse leerlingen volgt momenteel bijzonder, voornamelijk rooms-katholiek, onderwijs. Er zijn zeven protestantse (basis)scholen. Zij presenteren zich als de Scholen met de Bijbel.

Mark Wallet
3 November 2005 09:13Gewijzigd op 14 November 2020 03:08
Leerlingen van School met de Bijbel de WEGwijzer in Mechelen spelen tijdens de straatspeeldag met stoepkrijt. Foto de WEGwijzer.
Leerlingen van School met de Bijbel de WEGwijzer in Mechelen spelen tijdens de straatspeeldag met stoepkrijt. Foto de WEGwijzer.

De leerlingen van School met de Bijbel de WEGwijzer in Mechelen kunnen zelfs in de regen droog buiten spelen. Een futuristische vaste ’partytent’ overspant een behoorlijk stuk speelplein. Het schoolgebouw zelf is niet minder modern en is een mengeling van veel beton en glas. De directiekamer ’zweeft’ ergens tussen de begane grond en de eerste verdieping.„In het begin heb ik wel even moeten wennen aan het ultramoderne concept”, geeft directeur Frans De Bie aan terwijl hij naar het grijze beton in zijn kamer wijst. „Mensen vragen wel eens: Wanneer wordt de kamer afgewerkt? Anderen vinden het juist prachtig zo.” De WEGwijzer huist sinds 2000 in een nieuw, sober schoolgebouw aan de Mechelse Lakenmakersstraat. Er is geen cent uitgegeven aan extra luxe. Kleurige tekeningen en vlaggetjes fleuren de lokalen van het gebouw echter behoorlijk op.

Ook de kinderen zorgen voor kleur. De school wordt bevolkt door leerlingen uit uiteenlopende culturen. Zo heeft ongeveer 15 procent van de kinderen een islamitische achtergrond, maar er zijn ook Assyrische kinderen die de lessen volgen. „We kennen een open toelatingsbeleid”, zegt De Bie. Daartoe is de school overigens verplicht. Ouders moeten wel aangeven de grondslag van de school te respecteren. Wanneer ouders een niet-protestantse achtergrond hebben, kunnen ze niet in bestuursorganen gekozen worden, maar wel meedraaien in commissies.

De eerste drie letters van de schoolnaam zijn niet voor niets met hoofdletters geschreven, benadrukt De Bie. „Het draait op onze school boven alles om dé Weg: Jezus Christus zelf. Er is veel aandacht voor Bijbels onderwijs. Het gaat erom dat de leerlingen aan het einde van de zes jaar die ze hier zitten, een eigen bewuste keuze voor God hebben gemaakt en hebben geleerd om christelijk te leven.”

Om die doelstelling te verwezenlijken is het van belang dat het onderwijzend personeel bewust protestants-christelijk is: zij geven immers gestalte aan de identiteit van de school, stelt De Bie.

Voorzitter Jaap Vergouwe van de Vlaamse koepel van protestants-christelijke scholen IPCO, onderstreept dat: „De enige manier om te overleven is een duidelijke plaats voor de overtuiging. Daarom hebben we die in de reglementen duidelijk vast gelegd.”

De identiteit van de scholen komt naar voren in dagelijke godsdienstlessen, zingen, bidden en maandelijkse gemeenschappelijke bijeenkomsten. Maar ook „een Bijbels verantwoorde geschiedenisleer” is onderdeel van de identiteit, evenals „het handhaven van een Bijbels verantwoorde discipline”, zo valt te lezen in het schoolreglement van de WEGwijzer. „Ik heb meermalen meegemaakt dat kinderen én ouders door middel van de school God hebben leren kennen”, zegt De Bie. Hij is dan ook blij met de open toelating van het onderwijs. „Elk kind mag naar onze school komen, met wat voor achtergrond dan ook. Graag zelfs.”

België kende in 1819 al een protestantse school in Sint-Maria-Horebeke. In 1982 zag deze school zich echter genoodzaakt de deuren te sluiten. De scholen van Mechelen, Gent en Genk dateren uit de jaren dertig van de vorige eeuw.

De protestantse scholen opereerden aanvankelijk volkomen los van elkaar, zegt Vergouwe. Iedere school vond zelf het wiel uit. Begin jaren negentig veranderde dit, toen er een besturenraad werd opgericht. De scholen gingen inzien dat het voordelen opleverde wanneer men zich met één stem naar de overheid richt. In september 2003 leidde de samenwerking tot de vorming van een scholenkoepel.

De protestantse basisscholen van Bilzen, Genk, Gent, Mechelen, Lommel en Kortrijk vormden vanaf toen samen het IPCO. Begin dit jaar kwam er een zevende school bij, toen er in Kortijk een school voor speciaal onderwijs van start ging. Vergouwe en De Bie zien toekomst voor meer scholen. Vergouwe: „Er zijn nog heel wat zwarte gaten in Vlaanderen. Daarbij denken we aan de regio’s rond Antwerpen, Leuven, Brugge en Dendermonde.”

Een protestantse school voor middelbaar onderwijs zit er echter niet in. Het is een onmogelijke opgave om alle niveau’s aan te bieden en voldoende bekwaam protestants personeel aan te trekken, zeggen ze. Bovendien zou het aantal leerlingen ontoereikend zijn. De Bie stelt vast dat veel oud-leerlingen van de WEGwijzer naar een katholieke middelbare school gaan. Ouders geven aan dat daar vaak wat meer discipline is dan op een gemiddelde neutrale school en dat er respect is voor kinderen met een protestantse achtergrond.

De Belgische protestantse scholen onderhouden verschillende contacten met Nederland, zegt Vergouwe. Ze krijgen steun vanuit onder meer de Stichting Scholen met de Bijbel België (SSBG). Maar ook de algemene onderwijswetgeving opereert volgens Vergouwe niet los van Nederland. „Wij zeggen hier wel eens: Als het regent in Den Haag, druppelt het in Brussel.”

Dit is de derde aflevering in een serie over de wettelijke positie van het christelijk onderwijs in Europa.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer