Dat blijkt uit cijfers die maandag door wethouder M. van den Anker (Veiligheid) zijn gepresenteerd.In alle Rotterdamse deelgemeenten is anderhalf jaar geleden een Deelgemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak (DOSA) ingevoerd. De bedoeling van dit project was om risico- en probleemjongeren in kaart te brengen en te voorkomen dat ze zouden afglijden naar crimineel gedrag.

Alle meldingen over dit soort jongeren tot 23 jaar komen per deelgemeente binnen bij één centraal punt, de DOSA-regisseur. Die begeleidt deze jongeren naar de juiste hulpverlening. Volgens wethouder Van den Anker telt Rotterdam 35.000 jongeren tot 23 jaar die op enig moment problemen kunnen opleveren. Ze zorgen voor overlast en worden door hulpverleningsinstanties vaak van het kastje naar de muur gestuurd.

Politie, Bureau Jeugdzorg, bureau Leerplicht, maatschappelijk werk en het jongerenwerk hebben met de DOSA-aanpak de handen ineengeslagen.

De ruim 1000 jongeren die bij het project in beeld zijn, kampen vooral met gezinsproblemen (86 procent), problemen op school (75 procent), politie en justitie (71 procent) of met werk (51 procent). Het gaat om personen tot 23 jaar.

Volgens DOSA-regisseur in de deelgemeente Prins Alexander, Peter Slot, gaat het vaak om onzichtbare problematiek. „Ze hebben geen werk, volgen geen scholing, hebben geen uitkering, worden veelal door hun ouders onderhouden en komen pas ’s middags hun bed uit en gaan dan ergens hangen en maken de buurt onveilig.”

Slot stelt dat de probleemjongeren pas zichtbaar worden op het moment dat ze deel uitmaken van een overlastgevende groep op straat.

Zo werden in de wijken die bij Prins Alexander behoren in anderhalf jaar tijd 126 probleemjongeren bij DOSA aangemeld. Die zijn allen door een DOSA-ondersteuningsteam thuis bezocht. Het team bekijkt of alleen de aangemelde jongere begeleiding krijgt of dat het hele gezin wordt meegenomen in de aanpak.

Van de 126 aangemelde jongeren zijn er 32 succesvol begeleid, 44 trajecten lopen nog en 50 jongeren moeten nog een hulpverleningstraject ingaan.

De DOSA-aanpak is volgens Wethouder Van den Anker een net waar de jongeren niet meer doorheen kunnen vallen.

Volgens de evaluatie zijn vrijwel alle betrokken organisaties tevreden over de aanpak. Ongeveer 80 procent vindt DOSA een nuttig instrument. Wel zou er een eenduidiger registratiesysteem moeten komen waardoor de resultaten van de verschillende deelgemeenten beter met elkaar zijn te verglijken dan nu.

Tot twee jaar geleden was de aanpak van probleemjongeren versnipperd. De doelgroep werd van het kastje naar de muur gestuurd. De instanties wisselden dossiers niet uit, waardoor de omvang van de problematiek niet zichtbaar was.