„Personeel heeft vooral last van managers”
GRONINGEN - De overheid, grote bedrijven en publieke organisaties hebben te veel managers in dienst. „Hun salarissen zijn vaak te hoog en het personeel heeft vooral last van ze.” Prof. dr. A. van Witteloostuijn omschrijft hun gedrag als „de zwetseconomie.” Er moet wat hem betreft radicaal worden ingegrepen.
Van Witteloostuijn is hoogleraar economie aan de Rijksuniversiteit Groningen en hoogleraar strategie aan de Britse University of Durham. Daarnaast is hij lid van de Raad van Economische Adviseurs (REA) van de Tweede Kamer.In een vanmiddag in Groningen gehouden lezing veegt de econoom de vloer aan met het moderne management, dat ook buiten op de werkvloer voor steeds meer onrust zorgt. Niet alleen de salarissen van bestuurders, maar ook de berichten over de besteding van middelen in de publieke sector zijn regelmatig in het nieuws.
In de REA was Van Witeloostuijn medeopsteller van een advies om de bureaucratisering aan te pakken, de regeldrift van de overheid aan banden te leggen en het aantal ministeries en beleidsambtenaren te verminderen.
Managers kosten meer dan ze opleveren, zo betoogde hij vanmiddag. Hij vergelijkt het moderne management met een kerstboom waaraan „steeds meer ballen worden gehangen. Een grote groep voert weinig zinnigs uit. Die vergadert en is vooral bezig met het produceren van geluid, nota’s en powerpointpresentaties.”
Hebt u daarvan concrete voorbeelden?
„Die zijn er genoeg. Zo was ik een tijdje terug in een lokale fabriek van een grote onderneming. Ik sprak er de directeur en vroeg hem naar de betekenis van de metersdikke rij met blauwe mappen achter in zijn kantoor. „Die zijn afkomstig van het hoofdkantoor en gevuld met regels over de missie, de doelstellingen, kwaliteitseisen en veel andere zaken. Ze blijven maar komen, verzuchtte de man. Als ik ze zou lezen, kom ik aan mijn eigenlijke werk niet meer toe.”
Bij een onderdeel van General Electric vertelde een plaatselijke manager me dat hij 60 procent van zijn tijd vulde met het afleggen van verantwoording aan het hoofdkantoor.”
Wat is de rol van de overheid, die talloze regels en wetten uitvaardigt?
„Ik denk dat de overheid het moderne management overneemt van het grote bedrijfsleven. Het is populair geworden om van tijd tot tijd processen door te lichten en de organisatie te kantelen, wat dat ook moge zijn. Het is echt een ziekte.”
Waardoor is deze ziekte ontstaan?
Nadenkend: „Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. De menselijke natuur hangt naar status en naar beter betaalde baantjes. Bovendien willen veel managers en directeuren weer hun eigen adjuncten. Het heeft ook met modegevoeligheid te maken. Er is een hele bedrijfstak ontstaan die leeft van dit verschijnsel. Uitgevers, managementgoeroes, schrijvers en niet te vergeten de advieswereld. Die is enorm uitgedijd.
De topmanagers selecteren zichzelf. Dan krijg je een groep mensen die op een of andere manier in een permanente staat van opwinding verkeert en alleen maar wil veranderen. Ze praten elkaar dezelfde onzin aan. Zoals die opmerking dat de wereld iedere dag dynamischer wordt. Wat een onzin, misschien was de wereld ten tijde van de Romeinen wel veel enerverender.”
De schaalgrootte lijkt ook een factor van betekenis te zijn.
„Absoluut, klein is fijn. Hoe groter, hoe meer regelzucht. Men wil controle houden en daarvoor worden allerlei nieuwe organen in het leven geroepen, dat is bij een publieke of private partij hier niet anders dan vroeger in de communistische staten. Daar zag je soortgelijke processen.”
Staat Nederland er slecht voor?
„De problemen doen zich in alle in de westerse economieën voor, maar Nederland moet serieus nadenken over een herpositionering, wil het economisch in de wereldtop blijven. Mede door de vergrijzing en de slechte opleidingen, staan we er niet best voor. In Amsterdam haalt 40 procent van de jongeren geen vmbo-diploma! En dan het studiehuis. Op de middelbare school worden de leerlingen momenteel vooral getraind in het vervaardigen van powerpointpresentaties, werkstukken en kletsen. Maar als je hun wiskundekennis of beheersing van de Nederlandse taal test of wilt weten wanneer de Slag bij Nieuwpoort was, geven ze niet thuis.
Studenten willen graag werken bij Philips of Akzo, kleine bedrijven zien ze niet zitten.”
Is er wel een oplossing?
„Bij Yale, een Amerikaanse topuniversiteit, is de norm ingevoerd dat niet meer dan een derde van de medewerkers niet-onderwijzend of niet-onderzoekend mag zijn. Dat wordt regelmatig gecheckt, desnoods gevolgd door aanpassingen.
Dat zou hier ook een oplossing zijn. Ik denk dat er nu in Nederland veel organisaties zijn waar 50 procent van de medewerkers niet direct bij het eigenlijke productieproces betrokken is.”