De opstellers van het rapport hebben 2300 jongeren tussen de 16 en 25 ondervraagd over hun financiële situatie. Het ging om mensen die een leerwerktraject volgen bij regionale opleidingscentra. Zij gaan een dag in de week naar school en werken de resterende dagen.Bijna 30 procent van de ondervraagde jongeren leent gemiddeld 700 euro. Van de jongeren die nog bij hun ouders wonen, heeft eenderde een schuld van 750 euro. Tweederde van de jongeren die op zichzelf wonen, kampt met een schuld van 1750 euro.

Twee op de vijf jongeren wonen nog bij hun ouders, hebben derhalve geen vaste lasten, maar wel een besteedbaar inkomen van gemiddeld 750 euro. Dit geld gaat voornamelijk op aan niet noodzakelijke uitgaven voor vakanties, uitgaan, de brommer of de auto. Hun uitstekende financiële positie weerhoudt de jongeren er niet van om ook nog een vaste bijdrage van gemiddeld 70 euro per maand los te weken bij de ouders. Een op de tien thuiswonende emn werkende jongeren krijgt zo’n extraatje van de ouders.

Het Nibud pleit ervoor dat ouders juist kostgeld in rekening brengen bij hun thuiswonende én geldverdienende kinderen. „Op deze manier leren ze omgaan met vaste lasten." Op het moment betalen drie op de tien werkende jongeren hun ouders kostgeld.

De resultaten werden bekendgemaakt aan het begin van de jongerenmaand Op = Op. Vanaf dinsdag biedt het Nibud via de website www.nibudjong.nl onafhankelijk advies over hoe om te gaan met geld. Verder is er de actie Deurwaarder in de klas. Deurwaarders, schuldhulpverleners en budgetconsulenten vertellen op middelbare scholen aan de hand van praktijkvoorbeelden hoe moeilijk het is om van schulden af te komen.

Het Nibud heeft drie basisregels opgesteld voor een goede omgang met geld: Weet wat je hebt, blijf reclame de baas en Op = Op. De regels prijken op de Nibud–goldcard, die speciaal is gemaakt voor de jongerenmaand van de voorlichtingsorganisatie. De ’kredietkaart’ wordt de komende tijd op grote schaal verspreid onder scholieren in de leeftijd van 15 tot en met 18 jaar.