Vermeende AIVD–informant speelt rol in proces Samir
AMSTERDAM (ANP) – De advocaat van terreurverdachte van Samir A. heeft maandag gesuggereerd dat de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) wist van een overval op een supermarkt in 2004 in Rotterdam, waaraan het openbaar ministerie zijn cliënt medeplichtig acht. „Ik sluit zelfs niet uit dat de overval is gepleegd met medeweten van de AIVD", aldus advocaat V. Koppe.
Hij zei dit voor het gerechtshof in Den Haag dat uit veiligheidsoverwegingen zitting hield in de bunker in Amsterdam–Osdorp. Het hof is maandag begonnen met het hoger beroep tegen de 19–jarige A. die ook wordt verdacht van het voorbereiden van aanslagen in Nederland. De rechtbank in Rotterdam sprak A. in april van dit jaar vrij, nadat het openbaar ministerie zeven jaar celstraf had geëist.Na zijn vrijlating uit de gevangenis, mishandelde A. een persfotograaf. Advocaat–generaal G. Haverkate vertelde maandag dat A. daar ook voor wordt vervolgd. A. zit overigens sinds twee weken weer vast, wederom op verdenking van het voorbereiden van terroristische aanslagen. Voor zijn aanhouding volgde de verdachte een opleiding aan de Hogeschool Leiden tot laborant. De instelling maakte maandag bekend dat A. het komende jaar niet meer welkom is op school in verband met de toegenomen onrust na zijn laatste arrestatie.
Tijdens de behandeling voor het hof was een belangrijke rol weggelegd voor de 28–jarige S.B., die vrijdag werd aangehouden. Het OM verdenkt B. van betrokkenheid bij de overval op de supermarkt in 2004, van deelname aan terroristische activiteiten van de Hofstadgroep en het bezit van handgranaten, die hij bovendien zou hebben geleverd aan twee leden van diezelfde Hofstadgroep.
Dit is volgens de twee, verdachten Jason W. en Ismail A., de handgranaat die zij tijdens de belegering van hun woning in het Haagse Laakkwartier op 10 november 2004 naar leden van het arrestatieteam hebben gegooid. Een aantal agenten raakte hierdoor ernstig gewond. De rechter–commissaris in Rotterdam verlengde maandag het voorarrest van B. met veertien dagen.
Volgens Koppe is deze B. zeer waarschijnlijk een agent, dan wel een informant van de AIVD. Hij vroeg het hof de man te horen, evenals het plaatsvervangend hoofd van de dienst. Aanklager Haverkate kon niets zeggen over eventuele contacten van B. met de AIVD. Het landelijk parket van het OM liet vrijdag wel weten dat het geen enkele aanwijzing heeft dat deze persoon voor de AIVD werkt.
Koppe wil de kwestie tot op de bodem hebben uitgezocht, omdat dit gevolgen kan hebben voor het hoger beroep van zijn cliënt. Als de AIVD zich schuldig zou hebben gemaakt aan ontlokking van strafbare feiten, dan kan het zijn dat het OM geen recht heeft om Samir A. voor de overval te vervolgen, concludeert de raadsman.
Tijdens de verhoren van afgelopen weekeinde heeft B. niets willen verklaren, lichtte Haverkate nog toe. De man is pas vrijdag aangehouden, omdat het moeilijk was zijn identiteit te achterhalen. Het gerechtshof wees het horen van B. en andere personen omtrent B. voorlopig van de hand. Wel liet het hof de mogelijkheid open om daar wellicht in een later stadium van het proces op terug te komen.
De zaak gaat volgende week maandag verder. Dan zal het openbaar ministerie de strafeis bekend maken.