Economie

Internet bewijst zich op het Afrikaanse platteland

NAIROBI (IPS) - „Dit is het beste dat me ooit overkomen is”, zegt de 65-jarige Beliha Ndanyi met enige overdrijving. Met een brede glimlach kijkt de Keniaanse boerin toe hoe een van de twee pc’s in het internetcafé haar mails binnenhaalt. Het Afrikaanse platteland blijft mijlenver verwijderd van de informatiesamenleving, maar pioniers verkennen de ongekende mogelijkheden van het net.

31 October 2005 10:59Gewijzigd op 14 November 2020 03:07

„Toen dieven een tijdje geleden met mijn twee koeien aan de haal waren gegaan, mailde ik mijn twee zonen in de VS, en een paar dagen later had ik geld om nieuw vee te kopen”, vertelt Ndanyi.Het internetcafé waar de Keniaanse zit, staat in een slaperig dorpje in het district Emuhaya, 500 kilometer van Nairobi. Voor de andere pc zitten twee jongeren. „Het is gewoon verbluffend”, zegt Joseph Odinga, een student van de Maseno Polytechnic, een instelling voor hoger beroepsonderwijs. „Je blijft in contact met vrienden die naar de universiteit gaan, en je kan evenveel aan de weet komen als jongeren in de hoofdstad.” Ook boeren en handelaars profiteren van de internetaansluiting, zegt Peter Owuor, eigenaar van het café.

Ook in Kiambu, een district dat 50 kilometer van Nairobi verwijderd is, heeft een cybercafé een kleine revolutie veroorzaakt in het leven van het kleine aantal gebruikers. De 58-jarige Fanice Njoki, een kleine boerin, wisselt via e-mail nieuwtjes uit met haar zoon in de VS en met een dochter in Groot-Brittannië. „Vroeger moest ik soms maanden wachten tot ik mijn kinderen kon vertellen over sommige problemen. Nu we dat ding (de pc) hier hebben, kan ik mijn zorgen dagelijks delen als ik wil.”

Amper 2 procent van de Kenianen die toegang hebben tot het internet, leeft op het platteland. Maar hun aantal stijgt, al kan geen enkele overheidsinstelling in Kenia vertellen hoeveel cybercafés er nu eigenlijk zijn buiten de steden.

De kostprijs is niet meer zo’n groot probleem voor ondernemende Kenianen. Twee jaar geleden schrapte de Keniaanse regering de invoerheffingen op computers. Een goede pc kostte twee jaar geleden nog meer dan 1000 euro; nu is de prijs gehalveerd. Een bezoekje aan een internetcafé kost 16 tot 32 eurocent, in elke geval duidelijk minder dan een brief naar het buitenland sturen. Toch zijn zelfs die minieme bedragen onoverkomelijk voor veel gewone Kenianen. Bijna zes van de tien Kenianen moeten rondkomen met minder dan 1 euro per dag. Ndanyi en Njoki kunnen alleen mailen omdat hun kinderen in het buitenland geld overmaken.

Maar er zijn nog andere hinderpalen. Veel oudere Kenianen op het platteland kunnen niet lezen of schrijven. Dat hoeft niet altijd een groot probleem te zijn: Njoki dicteert haar mails aan de uitbater van het internetcafé. Ndanyi krijgt hulp van haar 21-jarige kleindochter, Jane Ayoki.

En dan zijn er de afstanden. Het internetcafé waar Ndanyi vaste klant is, bedient zo’n 20.000 mensen, van wie sommigen meer dan 10 kilometer moeten lopen om in te loggen.

Peter Owuor doet goede zaken, zodat hij overweegt nog een pc te kopen. Maar de hoge olieprijzen zitten hem dwars. Stroom voor zijn computers wekt hij op met een generator. Die machine op zich kost ook al meer dan 160 euro - een fors bedrag voor de meeste Kenianen. Amper dertig mensen in de omgeving kunnen elektrische apparaten gebruiken. Ook een telefoonlijn is niet voor iedereen weggelegd. Wie op het telefoonnet wil worden aangesloten, moet 50 euro neertellen.

De Afrikaanse landen en andere arme ontwikkelingslanden hopen dat de geïndustrialiseerde wereld met steun over de brug komt om hen toe te laten hun enorme achterstand in cyberspace sneller in te lopen. Die digitale kloof is het belangrijkste thema op de wereldtop over de informatiesamenleving waarvan de tweede sessie in november in Tunis plaatsvindt.

Tijdens een voorbereidende conferentie voor Afrika in het Ghanese Accra braken experts eerder dit jaar een lans voor sites in Afrikaanse talen. Daarvoor zou een speciaal fonds kunnen worden opgericht. „Als gemeenschappen echt voordeel willen halen uit de informatiesamenleving, moeten ze in hun eigen taal terechtkunnen op internet”, vindt ook Owuor. Maar de kans lijkt klein dat daarvoor in Tunis veel geld wordt gevonden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer