„Internationaal Waddenfonds nodig”
GRONINGEN - Dat het Rijk 800 miljoen euro uitgeeft voor de economie en de natuur in het gebied rond de Waddenzee, is een prachtig gebaar, maar ook Duitsland en Denemarken moeten over de brug komen. Dat vindt drs. F. J. Sijtsma van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij leidde een onderzoek in opdracht van het ministerie van VROM naar de belangrijkste kansen voor en bedreigingen van het Waddengebied, waarvan de resultaten begin dit jaar uitkwamen.
Volgens Sijtsma komt een internationaal fonds met financiële armslag het Waddengebied ten goede. „Er wordt veel gepraat over de vraag of het Waddengebied de status van werelderfgoed moet krijgen of niet. Maar ik zou evenzeer de oprichting van een internationaal fonds voor het gebied rond de Waddenzee graag op de agenda terugzien. Nederland heeft al het goede voorbeeld gegeven met oprichting van het Waddenfonds. Nu Duitsland en Denemarken nog. Een gezamenlijke financiële impuls van de landen zou veel beter zijn, omdat een belangrijk deel van de problemen en de kansen een internationaal karakter heeft.”De grootste kans voor het Waddengebied ligt volgens Sijtsma in versterking van de natuur. „Natuurbeheerders hebben doorgaans niet veel geld. Dat geld -in ieder geval de Nederlandse 800 miljoen euro- is er nu.” Sijtsma noemt als concrete maatregel het laten ontstaan van zoet-zoute kwelgebieden. Overtollig water uit de landbouw kan zich er vermengen met het zoute zeewater. „Bovendien zou de aanleg van jongere duinen op de eilanden de natuur verbeteren.”
Belangrijk
De RUG-wetenschapper vindt dat ook de kennishuishouding een financiële injectie nodig heeft. „Wetenschappelijk onderzoek, vooral dat waarop beleid gemaakt wordt, kan veel beter. Cijfers uit dergelijke studies zijn vaak niet inzichtelijk voor burgers of beleidsmakers.”
Heldere voorlichting aan burgers is volgens Sijtsma van groot belang. „Zij moeten weten hoe belangrijk de Wadden zijn. Ze moeten ervan overtuigd worden dat behoud van de Wadden net zo belangrijk is als het behoud van de tijger of de olifant in andere delen van de wereld. Als mensen zich verdiepen in de Wadden, zullen ze beseffen hoe prachtig de natuur er in elkaar zit.”
Sijtsma zou graag zien dat ook de economie in het gebied vanuit het Waddenfonds een stimulans krijgt. „Het was voor mij en m’n collega’s een beetje lastig om aan te geven waar het geld naartoe moet. Investeren in de visserij heeft niet veel zin, omdat het om een kleine sector gaat. De vissers zijn ook nog eens aan allerlei regels gebonden. We hebben daarna nog gekeken of recreatie en landbouw op de eilanden een impuls nodig hadden. Maar zij blijken zich grotendeels te redden. Uiteindelijk kozen we met name voor de kustgemeenten.”
Plaatsen als Delfzijl met wegtrekkende bewoners en Den Helder hebben volgens Sijtsma aandacht nodig. „Woningbouw in die plaatsen met uitzicht op de Wadden kan een economische versterking voor het gebied betekenen. Duitsland heeft dat al goed begrepen door kuuroorden aan de kust te realiseren.”
Grootschalige rampen
De positieve scenario’s die Sijtsma voor de Wadden schetst, worden voor een deel overschaduwd door bedreigingen die op het gebied af komen. Hij wijst op de drukbevaren Noordzee boven het Waddengebied als belangrijkste risico. „Er is daar veel verkeer van en naar de haven van Hamburg. Daar zitten ook scheepsladingen tussen die gevaarlijk zijn. De monitoring van de scheepvaart door de diverse omliggende landen moet veel beter. Bovendien bleek uit eerder onderzoek al dat de regio niet goed is voorbereid op grootschalige rampen.”
Sijtsma doelt op een risicoanalyse voor het Waddengebied van twee jaar geleden. Daaruit bleek dat de samenwerking tussen hulpverleners en overheden bij een grote ramp in het Waddengebied niet goed is geregeld. Voornaamste probleem is de gebrekkige samenwerking en coördinatie bij rampen die de gemeentegrenzen overstijgen. Bij ongevallen zoals een lekkende olietanker of brand op een veerboot kan dat desastreuze gevolgen hebben.
Dit is het eerste deel in een serie naar aanleiding van de Waddenconferentie die op 2 en 3 november wordt gehouden op Schiermonnikoog.