Nederlandse boeren hebben al vaak extra inkomsten
Nederlandse boeren zijn veel vernieuwender dan de overheid denkt. Maar liefst 40 procent heeft extra inkomsten van buiten het bedrijf. Toch lopen de boeren op het gebied van plattelandsvernieuwing achter bij hun Europese collega’s.
Dat blijkt uit een onderzoek onder 3500 boeren in de Europese Unie dat morgen wordt gepubliceerd. Het platteland is volop bezig met vernieuwing. In Nederland zijn vier van de tien agrarische ondernemers er iets bij gaan doen of zijn geheel nieuwe wegen ingeslagen om de basis onder hun bedrijf te verstevigen.
Verdieping en verbreding zijn sleutelwoorden om zicht te krijgen op nieuwe ontwikkelingen in de landbouw en tuinbouw, zo betoogde prof. dr. J. D. van der Ploeg, hoogleraar rurale sociologie van Wageningen Universiteit, die bij het onderzoek betrokken was. Verdieping betekent meer verdienen per eenheid product, verbreding houdt volgens hem in dat er andere, vaak nieuwe activiteiten op de boerderij worden ontplooid. Dit loopt uiteen van verwerking en vermarkting van nieuwe producten, agrarisch beheer van natuur en landschap, agrotoerisme en recreatie tot zorg voor gehandicapten, het houden van paarden voor de stedeling en de productie van energie, schoon water en dergelijke.
Bij de samenleving, zo blijkt ook uit recente studies, bestaat draagvlak voor de rol van boeren en tuinders als beheerder van het landelijk gebied. Voor de zogenoemde ’groene diensten’ zouden agrarische ondernemers ook een passende beloning moeten krijgen, zodat een multifunctioneel ondernemerschap geen loze kreet blijft.
In de praktijk blijkt dat de Nederlandse overheid ontwikkelingen in de praktijk niet bij kan benen. Het ministerie van Landbouw becijfert, mede op basis CBS-gegevens, dat op een van de tien Nederlandse agrarische boerenbedrijven sprake is van verdieping of verbreding. Dat kan groeien tot 20 procent, verwacht het ministerie. Een achterhaalde voorspelling, constateert Van der Ploeg.
„Van de professionele boeren- en tuindersbedrijven in ons land is nu, zo blijkt uit Europees onderzoek, rond de 40 procent actief doende met verbreding en/of verdieping. Anders dan vaak wordt gedacht gaat het daarbij niet om kleine zieltogende bedrijven, maar juist om de -gemiddeld gesproken- wat grotere bedrijven, met de jongere en hoogopgeleide ondernemers.” Op deze bedrijven speelt de vrouw een belangrijke rol. In de meeste gevallen wordt ook meer verdiend dan op de overige bedrijven.
Plaatst men de Nederlandse gegevens in Europees perspectief dan blijkt evenwel dat Nederland sterk achteroploopt bij andere Europese landen. Naar verhouding gaat het daar om meer boeren en vooral ook hogere verdiensten. „Dit weerspiegelt het Nederlandse landbouwbeleid dat vaak meer een rem is op vernieuwing dan een stimulans”, aldus Van der Ploeg. Hij onderstreept dit met gegevens uit de Europese enquête. Van de Nederlandse boeren ervaart 63 procent beleid van de Europese Unie als een stimulans voor het verbreden en verdiepen. Slechts 13 procent vindt het beleid van de eigen Nederlandse overheid in dit opzicht positief en stimulerend, terwijl 52 procent de overheid zelfs als een obstakel ziet. Dat is een van de hoogste scores in Europa.
Het overheidsbeleid in Nederland dient dan ook te veranderen. Het is de hoogste tijd dat er meer ruimte komt voor vernieuwing en aanpassingen van het landelijk gebied.