Synagoge van Dresden is een monument
DRESDEN - Alles is in dit gebouw samengebald. Woede, pijn, verdriet. Maar ook: kracht, doorzettingsvermogen, hoop. ”Synagoge”, staat er op de muur naast het toegangshek. Boven de deur, de enige echte opening in het gesloten bouwwerk, Hebreeuwse tekens. Een tekst uit Jesaja: „Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken…”
Schijnbaar achteloos staat het daar op de muur. „Tot 1933 leefden in Dresden meer dan 5000 Joden.” Het lijkt een simpele mededeling, maar achter de letters en cijfers deint een zee van bloed. Ooit kende deze stad een bloeiende Joodse gemeenschap met een schitterend bedehuis. In 1840 kreeg de beroemde architect Gottfried Semper de opdracht een synagoge te ontwerpen. Het werd een trots complex dat iets uitstraalde van de kracht van de Joodse gemeenschap die sinds mensenheugenis in deze stad woonde.Maar toen kwam de grote catastrofe. In 1933, toen Hitler aan de macht kwam, begon de exodus van Joodse burgers uit de stad. Er werden willekeurig Joden gevangengenomen en ook al was er nog te leven, het was wel gedaan met de vrijheid, de bloei.
In de beruchte pogromnacht van 9 op 10 november 1938 werd de grote synagoge in brand gestoken. Niets bleef er van het gebouw over. Alleen de vergulde davidsster op het dak. Die werd gered door brandweerman Alfred Neugebauer, die het Joodse teken verborg. Alsof hij voorzag dat het nazidom niet het laatste woord zou hebben in de geschiedenis van Duitsland. Nu hangt de ”Magen David”, het schild van David, weer boven de ingang van de nieuwe synagoge.
Na de oorlog bleken slechts zeventig Joodse inwoners van Dresden de Holocaust te hebben overleefd. En de gemeente kromp na de oorlog nog verder. Het leek gedaan met het Jodendom in deze stad.
De val van de Muur in 1989 veranderde echter alles. De stervende Joodse gemeente begon weer te groeien door de instroom van emigranten uit de Oost-Europese landen. Inmiddels telt de gemeente weer 350 leden.
Tempel
In 1996 werd een vereniging opgericht die zich ging inzetten voor de bouw van een nieuwe synagoge. Ze schreef een Europese architectuurprijsvraag uit. Van de 57 inzendingen kreeg het ontwerp dat uiteindelijk gerealiseerd is de derde prijs. De architecten Wandel Hoefer Lorch + Hirsch hadden eigenlijk geen gebedshuis ontworpen, maar een monument. Een monument met twee bouwmassa’s, zoals dat in vaktaal heet. Aan de ene kant de synagoge en aan de andere kant het gemeentehuis. Daartussenin een hof met bomen. In de vloer van die tussenruimte zijn de omtrekken van de oude synagoge, die hier stond, aangegeven.
Het synagogegebouw zelf is bunkerachtig. De muren, opgetrokken uit grote steenblokken van 120 bij 60 bij 60 centimeter -een verwijzing naar de stenen in de Klaagmuur in Jeruzalem- zijn vrijwel gesloten. Eén hoge deur, met achter het glas de davidsster die ooit op het dak van de oude synagoge stond, geeft toegang tot het gebedshuis. Alleen in de westelijke muur is onderin een viertal kleine vensters aangebracht.
De gesloten structuur van de gebedsruimte doet denken aan het tempelgebouw zoals dat ooit in Jeruzalem stond. Het gebouw is niet helemaal een kubus, maar als een kurkentrekker iets gedraaid, zodat de heilige arke, de kast waarin de thorarollen bewaard worden, precies naar het oosten is gericht.
Binnen is de tempel een tabernakel. In de 24 meter hoge ruimte staat een soort houten kist zonder deksel, waarin de eigenlijke synagoge is ondergebracht. Wanden en plafond zijn bekleed met doorzichtig textiel, een tentdoek, waarin davidssterren geweven zijn. Binnen de houten wanden staan banken, de bima -de verhoging waar de Thora gelezen wordt- en, recht tegenover de ingang, de heilige arke. De kastdeuren zijn bekleed met vergulde davidssterren. De deuren staan symbool voor de ark des verbonds zoals het volk Israël die met zich meedroeg tijdens de woestijnreis. Boven de kast hangen de twee tafels van de wet.
De ruimte wordt verlicht door kleine lampjes die aan lange draden aan het plafond hangen. Ze fonkelen als sterren. Precies voor de arke hangt het zogenoemde ”Eeuwige Licht”, symbool voor de altijddurende aanwezigheid van de Eeuwige.
Strak, glad, kubistisch. Zo voor het oog hypermodern en toch uitpuilend van symboliek is dit monument. Een gedenkteken waarin sinds 2001 weer door een Joodse gemeente wordt gebeden en gezongen. Iedere sabbat gaat hier de heilige arke open, worden de wetsrollen gelezen en zingt het door de ruimte: „Shema Israël!” Hoor, Israël!
Prijzen
’t Is niet voor niets dat dit gebouw diverse keren in de prijzen viel en in juli 2002 zelfs werd uitgeroepen tot het beste Europese bouwwerk van 2001. Hier is niet zomaar een gebouw neergezet voor de lieve som van ruim 10 miljoen euro; hier hebben de architecten een teken gebouwd. Midden tussen het voorbijrazende verkeer staat hier een gedenkteken dat in al zijn eenvoud de inwoners van Dresden iedere dag weer in herinnering brengt dat in deze stad iets gebeurde dat voor altijd een schandvlek zal zijn op wat zich een beschaafde samenleving noemde.
De grondsteen voor het nieuwe synagogecomplex werd gelegd op 21 juni 2000. Precies 162 jaar na de eerstesteenlegging van de eerste synagoge. Exact 63 jaar nadat dat gebouw door de nazi’s werd verwoest, werd deze nieuwe synagoge op 9 november 2001 in gebruik genomen. Het was de eerste nieuwe synagoge in het voormalige Oost-Duitsland en een tastbaar teken van het feit dat het plan van Hitler is mislukt.
Dit is het tweede deel in een serie van drie artikelen over Dresden ter gelegenheid van de herbouw van de protestantse Frauenkirche. Zie voor deel 3 pag. 17: ”Herrezen Frauenkirche dicht laatste wond”.