Economie

Aansprakelijkheid van de werknemer

Het komt regelmatig voor dat een werknemer schade toebrengt aan de eigendommen van de werkgever. Men denke aan het ondeskundige gebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde laptop, het beschadigen van een bedrijfsauto, het kwijtraken van gereedschappen, enzovoort. De vraag rijst of een werknemer door zijn werkgever voor deze schade aansprakelijk kan worden gesteld. In beginsel niet, zo blijkt uit de wet.

Prof. mr. dr. W. A. Zondag
27 October 2005 10:14Gewijzigd op 14 November 2020 03:06
…aansprakelijkheid voor laptop…
…aansprakelijkheid voor laptop…

Deze schade komt voor rekening van de werkgever. Waar gehakt wordt, vallen spaanders, zo is de achterliggende gedachte van deze regel. Toch zijn er enkele uitzonderingen op voornoemde hoofdregel gemaakt. De eerste uitzondering heeft betrekking op het moment waarop de schade wordt veroorzaakt. De hoofdregel heeft namelijk alleen betrekking op schade die wordt veroorzaakt „bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.”Leent bijvoorbeeld een bouwvakker een zware boormachine van de werkgever ten behoeve van eigen gebruik en raakt deze machine door toedoen van de werknemer defect, dan is de werknemer wel degelijk aansprakelijk voor de ontstane schade. Ook kan het gebeuren dat een werknemer zowel tijdens werktijd als na werktijd schade toebrengt aan een bedrijfswagen of aan een door de werkgever geleasede auto. Een door een werknemer veroorzaakt ongeval tijdens werktijd kan in beginsel niet op de werknemer worden verhaald. De schade ten gevolge van een na werktijd (dus in privétijd) veroorzaakt ongeval kan daarentegen wel op de werknemer worden verhaald.

De tweede uitzondering op de hoofdregel dat de werkgever de aan hem toegebrachte schade moet dragen, is gelegen in de mogelijkheid om bij schriftelijke overeenkomst een andere risicoverdeling vast te leggen. In de arbeidsovereenkomst moet dan worden bepaald dat de werknemer aansprakelijk is voor aan de werkgever toegebrachte schade. Een dergelijke contractuele afwijking is evenwel alleen mogelijk voor zover de werknemer de schade kan verhalen op een verzekeraar, hetgeen zich in de praktijk niet vaak zal voordoen.

De derde uitzondering op de hoofdregel doet zich voor ingeval sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid ten aanzien van de veroorzaakte schade. Bij opzet gaat het om de werknemer die „willens en wetens” schade aan de werkgever toebrengt. Men denke aan de werknemer die ’voor de lol’ het gereedschap van de werkgever van een hoge steiger laat vallen. Bewuste roekeloosheid (ook wel voorwaardelijk opzet genoemd) is een minder zware schuldgradatie. De drempel voor het aannemen van bewuste roekeloosheid is echter hoog.

De Hoge Raad heeft in een recent arrest van 14 oktober 2005 duidelijk gemaakt dat bewuste roekeloosheid slechts bij hoge uitzondering mag worden aangenomen. In het arrest ging het om de volgende casus. Een taxichauffeur vervoerde midden in de nacht een passagier naar de plaats van bestemming. Hij besloot een weg te gebruiken die in verband met onderhoud was afgezet. Aan het begin van de weg stond een bord met de woorden ”afgesloten voor alle verkeer” met vermelding ”uitgezonderd bestemmingsverkeer”. De chauffeur reed vervolgens in een uitgefreesd gedeelte van het wegdek, waardoor een schade van ruim 8000 gulden (ongeveer 3600 euro) aan de auto werd toegebracht. Zijn werkgever -City Taxi- wilde deze schade op hem verhalen.

Vraag was of de chauffeur ”bewust roekeloos” had gehandeld. De werknemer vond van niet. Eerder, een dag voor het ongeval, was hij deze weg eveneens ingereden. Toen nog zonder ongelukken. Bovendien was, zoals opgemerkt, op het bord een uitzondering gemaakt voor bestemmingsverkeer. De kantonrechter stelde echter City Taxi in het gelijk. De chauffeur had wel degelijk bewust roekeloos gehandeld. In hoger beroep ging de zaak onderuit. Volgens het hof was geen sprake van bewuste roekeloosheid. De chauffeur had, aldus het hof, onweersproken gesteld dat hij de dag voor het ongeval dezelfde route had gereden en dat toen geen sprake was van wegwerkzaamheden.

Een opmerkelijk argument. Alsof het asfalt van een weg in één dag gedeeltelijk niet zodanig kan worden verwijderd dat rijden zonder schadegevolgen onmogelijk is. Toch vond de Hoge Raad dat het hof een rechtens juist oordeel had geveld. Voor bewuste roekeloosheid is volgens het hoogste rechtscollege vereist dat een werknemer voorafgaand aan het ongeval „zich daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn gedraging.” De werkgever zal dit moeten bewijzen en dat is een bijna onmogelijke opdracht.

De auteur is hoogleraar arbeidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en plaatsvervangend raadsheer bij het gerechtshof in Leeuwarden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer