„Kerk onderkent nood door occultisme niet”
DORDRECHT - „Het occulte houdt steeds meer jongeren bezig, ook in de reformatorische gezindte. In veel gemeenten weet men niet goed raad met het verschijnsel. Pas op: als iemand op het terrein van satan is geweest, is de deur van zijn levenshuis opengezet.”
Dr. M. J. Paul krijgt bijna dagelijks telefoontjes van jongeren die in nood zijn door occultisme. Hij zei dat dinsdag tijdens een studiedag over ”Herstel naar Gods beeld, genezing, vergeving en gebed binnen het pastoraat”. De studiedag was georganiseerd door stichting De Hoop in Dordrecht. Het centrum voor evangelische verslavingszorg en hulpverlening, dat dit jaar dertig jaar bestaat, wil hiermee een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een bijbelse visie op dit onderwerp. De dag was bestemd voor voorgangers en pastoraal werkers en trok 220 mensen.De hoofdspreker tijdens het seminar, dr. Paul, is docent Oude Testament aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en buitengewoon hoogleraar aan de Theologische Faculteit van Heverlee (België). Hij publiceerde onder meer over ziekenzalving en bevrijding van demonie.
Dr. Paul gaf het voorbeeld van een godsdienstleraar die samen met een klas geesten had opgeroepen. Toen een aan een touwtje gebonden potlood werkelijk begon te schrijven, liepen de leerlingen gillend naar buiten. Onlangs werd hij gebeld door een meisje dat te weten was gekomen dat haar broer, die ’s zondags gewoon naar de kerk ging, geesten opriep. Hij vertelde van een andere jongere die deed aan wicca (hekserij).
„Er is ongelooflijk veel nood, maar die wordt door veel predikanten en kerkenraden niet onderkend. Het is geen onwil. „De dominee begrijpt me niet, wilt u me helpen?” vroeg onlangs een jongere. Een meisje constateerde bij zichzelf dat ze occult belast was. Ze ging naar haar predikant toe, beleed dat ze gezondigd had en vroeg of de dominee met haar wilde bidden voor bevrijding.” Toen de predikant daar niet op inging, kwam ze ten slotte bij dr. Paul terecht.
De spreker wees op de vele films, televisieprogramma’s, boeken, muziek, spelletjes en experimenten waarmee Nederland overspoeld wordt. „De satanische websites zijn maar een paar muisklikken ver. Honderden jongeren melden zich aan om heks te worden, velen van hen hebben een christelijke achtergrond.” Dr. Paul vroeg zich af of jongeren deze gebieden betreden omdat ze de kerk saai vinden.
„Als iemand op het terrein van satan is geweest, is de deur van zijn levenshuis opengezet. Satan kan een klein kamertje hebben, maar hij kan ook een groter gebied veroveren. Hier helpt de seculiere geneeskunst niet. Het is nodig om de zonde te belijden en de deur voor satan dicht te doen. Dan is bevrijding mogelijk. We hoeven niet bang te zijn, want Christus is overwinnaar.”
Het is volgens dr. Paul van groot belang om occulte belasting te herkennen. Hij noemde dwanggedachten, een afkeer van Gods Woord, psalmen en gezangen, onverklaarbare lichamelijke en psychische pijnen, paranormale vermogens, het gaan naar occulte genezers (reiki) en occulte belasting bij het voorgeslacht.
De pastor waarschuwde zijn gehoor niet direct allerlei psychische afwijkingen een occulte belasting te noemen en hij pleitte voor samenwerking tussen kerkelijke en geestelijke gezondheidszorg.
Dr. Paul wees op de Vroege Kerk, waar christenen erom bekendstonden dat ze in de naam van Christus demonen uitdreven. Hij noemde ook christenen in India die nogal eens met mensen in aanraking komen die in grote nood de kerk binnengaan. Speciale teams zijn erop gericht zulke mensen door middel van gebed bij te staan. De docent pleitte voor het oprichten van dergelijke teams. Dat vindt hij beter dan de aanstelling van een zogenaamde exorcist, een duiveluitdrijver, zoals bijvoorbeeld de Rooms-Katholieke Kerk doet.
„Wat als een gemeente er niets mee doet?” vroeg een aanwezige. Dr. Paul: „„Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden”, spreekt de Heere. Bid dat er een plaats wordt ingeruimd voor deze zaken. Het is mogelijk dat het onderwerp ineens op de agenda komt. Er ontstaat steeds meer draagvlak.”
Na het seminar waren er workshops over ziekenzalving, gebondenheid en bevrijding, vergeving en de positie van een pastoraal werker.