Een levend geloof
Titel:
”Levend geloof”
Auteur: ds. C. G. Vreugdenhil
Uitgeverij: Groen, Heerenveen, 2001
ISBN 90 5829 247 9
Pagina’s: 200
Prijs: € 12,50. Met zijn boek ”Levend geloof” richt ds. C. G. Vreugdenhil zich vooral op jongeren. De schrijver, predikant van de gereformeerde gemeente te Groningen, heeft al verschillende publicaties op zijn naam staan. In deze uitgave behandelt hij, in heldere en begrijpelijke taal, belangrijke onderwerpen als het geloof en de kenmerken daarvan, de rechtvaardiging door het geloof, de heiligmaking en de zekerheid van het geloof.
Met de term ”levend geloof” wil de auteur aangeven dat er enerzijds het gevaar bestaat van verinnerlijking; anderzijds van een opgaan in vormendienst en regelgeving waarin de levende omgang met God wordt gemist.
Hij probeert dan duidelijk te maken dat het gaat om een geloof -een gave Gods, gewerkt door Zijn Woord en Geest in het hart van de zondaar, waardoor de verborgen omgang met God wordt gekend- dat vruchten draagt voor de praktijk van het leven van elke dag.
Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal discussievragen. Deze geven een goede handleiding voor groepsbespreking.
Telkens opnieuw grijpt ds. Vreugdenhil terug op onze belijdenisgeschriften, vooral op de Dordtse Leerregels. Dat is een goede zaak. Ook jongeren dienen die te leren zien als een groot goed.
Helder is zijn beschrijving van het ware geloof. Dit is rechtvaardigend van aard en houdt een levenslang proces in. Daarbij kent het een gestage geestelijke groei.
Wanneer de auteur schrijft over de heiliging als een zaak van het hart, klinkt zijn waarschuwing tegen onze ’refocultuur’. Daarin zou een sterke nadruk liggen op een uitwendig gedragspatroon. Met de schrijver ben ik van mening dat er allerlei farizeese trekken binnen kunnen sluipen. Toch had ik hier graag wat meer benadrukt gezien dat wanneer ons hart de kracht van het geloof leert kennen, ons uiterlijk handelen zeker ingrijpend zal veranderen. En dat zonder een farizeeër te worden.
Wat betreft de natuur van het geloof lijkt het mij dat ds. Vreugdenhil stelt dat het toevluchtnemend geloof geen zekerheid kent. Opmerkingen in onder meer hoofdstuk 3 en 12 geven mij aanleiding tot deze gedachte. Ook het toevluchtnemend geloof kent echter de zekerheid van het Woord en ziet de vastheid in Christus door de kracht des Geestes. Misschien was het daarom duidelijker geweest als de auteur wat meer onderscheid had gemaakt tussen de zekerheid van het geloof en die van het gevoel. De tweede is een vruchtgevolg van de eerste. De oudvaders onderscheidden de uitgaande daad en de wederkerende daad des geloofs.
”Levend geloof” is een leesbaar boek geworden, dat onder andere voor gesprekskringen kan worden gebruikt. Het geeft aanleiding om een goede discussie op gang te brengen over de wezenlijke zaken van het geloofsleven. Dit met als doel elkaar te onderwijzen in en te wijzen op de enige Naam Die gegeven is tot zaligheid.