Kerk & religie

Grootste kerk van Saksen staat in Dresden

DRESDEN - Protserig, imposant. Het zijn twee kwalificaties van de rooms-katholieke Hofkirche in de Duitse stad Dresden. Tientallen jaren beheerste de kerk de skyline van de stad die in 1945 werd gebombardeerd door de geallieerden. Met de herbouw van de protestantse Frauenkirche, die zondag wordt heropend, is het echter afgelopen met die alleenheerschappij.

W. H. van Egdom en J. M. Stolk
26 October 2005 10:04Gewijzigd op 14 November 2020 03:06
DRESDEN – Een doorkijkje naar de rooms-katholieke Hofkirche in de Duitse stad Dresden. Op de dakrand van deze achttiende-eeuwse kerk staan 78 heiligenbeelden van ieder 3,5 meter hoog. Na het bombardement van de geallieerden in februari 1945 stonden alle
DRESDEN – Een doorkijkje naar de rooms-katholieke Hofkirche in de Duitse stad Dresden. Op de dakrand van deze achttiende-eeuwse kerk staan 78 heiligenbeelden van ieder 3,5 meter hoog. Na het bombardement van de geallieerden in februari 1945 stonden alle

Door de open deur van de Hofkirche waaien orgelklanken naar buiten. Het maakt nieuwsgierig. Eenmaal binnen is het even zoeken, maar dan zie je ook wat. Een hoog, lang kerkschip. Om precies te zijn: 52,36 meter lang, 17,56 meter breed en 32,20 meter hoog.Witte pilaren dragen het wit gestuukte plafond. Het vloeroppervlak meet bijna 4800 vierkante meter en daarmee is dit de grootste kerk van Saksen. En daar zijn de rooms-katholieken in deze overwegend protestantse deelstaat best wel trots op.

Rondom het lange en hoge middenschip is er een zogenoemde processiegang. Dat heeft weer alles te maken met het protestantse verleden van deze deelstaat, waar het de rooms-katholieken niet was toegestaan om buiten de kerkmuren processies te houden. Dus deed men het binnen.

Eigenlijk oogt het interieur van de kerk een beetje protestants. Vrij sober, wit en licht. Net onder het dak van het hoge middenschip laten ramen met blank glas een overvloed aan licht binnen. Licht dat speelt met het interieur als een zwelkast met de klanken van een orgel. Dan valt het zonlicht juichend door de ramen naar binnen. Even later trekt het zich weer fluisterend terug.

Heiligen
Van 1737 tot 1755 werd er gewerkt aan deze door de Italiaanse architect Gaetano Chiaveri ontworpen kerk. Helemaal vlekkeloos verliep de bouw trouwens niet. Er gaan verhalen dat de architect het na tien jaar werken aan dit prestigeobject voor gezien hield en weer afreisde naar Italië. Hij kreeg niet genoeg steun voor zijn plannen en kampte met gezondheidsproblemen. Maar de bouw van de kerk ging door en werd in 1755 voltooid.

Buiten is de kerk van iedere kant een plaatje. De ranke toren meet 85 meter. Maar omdat het kerkgebouw zelf zo hoog is, valt dat amper op. Wat wel opvalt, is de processie van beelden op de dakrand van de kerk. Maar liefst 78 versteende heiligen van ieder 3,5 meter hoog sieren de rand van het kerkdak. Ze zijn gemaakt in de periode van 1738 tot 1748 door de Italiaanse beeldhouwer Lorenzo Mattielli en uitgezocht door koningin Maria Josepha, architect Gaetano Chiaveri en vooral door pater Ignaz Guarini, de biechtvader van de koning. Blijkbaar was niet iedere heilige heilig genoeg om het kerkdak te sieren.

Binnen trekt vooral het hoogaltaar met een schilderij van de hemelvaart van Christus de aandacht. Aan het schilderij, dat 10 meter hoog is en 4,5 meter breed, heeft Anton Raphael Mengs van 1752 tot 1761 gewerkt.

Precies tegenover het hoogaltaar staat op een balkon een orgel van de orgelbouwer Silbermann. Het instrument heeft 47 registers en in de orgelkast staan maar liefst 3000 pijpen. Wat trouwens niet wil zeggen dat het altijd stormt vanaf het orgelbalkon. Het instrument kan ook heel zachtjes zingen.

Een foto uit 1945 toont hoe ook deze kerk zwaar beschadigd raakte door het bombardement van de geallieerden in de nacht van 13 op 14 februari 1945. Alleen de muren van het trotse kerkgebouw stonden na de bommenregen nog gedeeltelijk overeind. Het dak was ingestort en van het altaar restte niet meer dan een puinhoop. Ook de meeste heiligenbeelden hadden het bombardement niet overleefd.

Eerder al waren het Silbermann-orgel en delen van het hoogaltaar, waaronder het grote schilderij, in veiligheid gebracht. De prachtige kansel stond in een soort schuilhuisje dat om het preekgestoelte was heen gemetseld. De zogenaamde kanseldeksel -het rijk versierde klankbord boven de preekstoel- viel wel ten prooi aan de vlammen, maar werd in 1980 in volledig originele staat hersteld.

Al zeer snel na het bombardement in 1945 werd besloten de kerk in originele staat op te bouwen. Het werk begon in de herfst van 1945 en op Pinksteren 1947 kon de zuidelijke zijbeuk weer in gebruik genomen worden als kerkruimte. In 1962 was het hoogaltaar gerestaureerd en met Pinksteren 1971 speelde het Silbermann-orgel weer.

Zweven
De Hofkirche wordt op een doordeweekse dag nog volop benut als stiltecentrum. Her en der zitten mensen in de kerkbanken. Met gesloten ogen, of stil voor zich uitkijkend. In de loges boven de processieomgang rond het middenschip branden de kroonluchters. Een witgrijs geblokte marmeren vloer, warm gekleurde houten banken, witte pilaren en een plafond dat lijkt te zweven op het licht dat door de hoge vensters valt. Zachte orgelklanken dwarrelen als herfstbladeren van het orgelbalkon de kerkruimte in.

Als de avond valt, floepen de lampen aan. Ze zetten het exterieur van het hoge middenschip van de kerk in een groenig licht.

De ”Hofkirche” was een hofkerk, zoals de naam al aangeeft. Hij werd daarom door een brug verbonden met het naastliggende Residenzschloss. En hoewel het godshuis weelderig versierd is, doet de woning van de aardse vorsten zeker niet voor de kerk onder.

Dit is het eerste deel in een serie van drie artikelen over Dresden ter gelegenheid van de herbouw van de protestantse Frauenkirche.

Donderdag deel 2 en 3.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer