Eenvoudige catechismusverklaring voor jongeren
Titel: ”In het rechte spoor. De Heidelbergse Catechismus aan jongeren uitgelegd”
Auteur: H. van Dam
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2005
ISBN 90 331 1872 6
Pagina’s: 236
Prijs: € 17,90.
„De Heidelberger, de eenvoudige Heidelberger, houdt daaraan vast, kinderen!” zei Kohlbrugge op zijn sterfbed. Deze bekende woorden maken nog steeds diepe indruk. Het is goed om juist in onze tijd vast te houden aan de leer van de catechismus. Maar dan moet deze wel in verstaanbare taal worden uitgelegd. H. van Dam wist zich voor de taak gesteld om de Heidelbergse Catechismus voor jongeren toegankelijk te maken. Daarom schreef hij het boek ”In het rechte spoor. De Heidelbergse Catechismus aan jongeren uitgelegd”. De leeftijdsgroep die hij voor ogen heeft zijn jongeren van 12 jaar en ouder. Daarmee vormt dit boek een vervolg op een eerdere uitgave met hetzelfde doel voor kinderen van 8 tot 12 jaar (”Leid mij in Uw waarheid”, Houten, 1999).
Het uitleggen van de catechismus aan jongeren is geen eenvoudige zaak. Het valt niet mee om de Bijbelse begrippen en hun inhoud over te dragen. Dit heeft vooral te maken met onze zondige vervreemding van God, maar wordt versterkt door de taalkloof. De taal van de jongeren kenmerkt zich door een eigen jargon en snelheid. De catechismus daarentegen gebruikt lange en ingewikkelde zinnen en sommige woorden zijn verouderd.
Het is daarom van het grootste belang dat de schatten van de catechismus in verstaanbare taal worden uitgedrukt. Van Dam gaat ons hierin voor, want hij hanteert een helder en eenvoudig taalgebruik.
Overvraagd
De vragen en antwoorden van de catechismus worden in eenvoudige woorden weergegeven. Zo komen alle vragen en Zondagen van dit leerboek aan de orde. Hierdoor ontstaat eigenlijk een eenvoudige catechismusverklaring voor jongeren. Toch vertoont deze methode ook een zekere langdradigheid.
Bij het behandelen van álle vragen over doop en avondmaal bijvoorbeeld wordt weliswaar álles genoemd, maar bij mij kwam de vraag boven: worden jongeren van 12 jaar zo niet een beetje overvraagd? De spanningsboog wordt zo wel heel lang. Wellicht had een behandeling van bepaalde vragen in een kleiner lettertype en bij wijze van samenvatting dit probleem op kunnen lossen.
Van Dam drukt de catechismus af zoals die in ons kerkboek staat. Daarmee wordt echter het probleem van de lange zinnen niet opgelost. Waarom niet gekozen voor een weergave in kleine zinnetjes met gedachte-eenheden, zoals in de uitgave van de GBS met tekstverwijzingen? Dat maakt de tekst toegankelijker.
Soms worden ook verouderde woorden in de tekst (”bloot” in vraag 14) niet uitgelegd. Ook wordt ouderwetse taal gehandhaafd: bijvoorbeeld ”moedwilliglijk”. Dit lijkt me niet juist.
De uitleg die Van Dam geeft is summier, maar vaak terzake. Jongeren krijgen in dit boek echt wat mee. Wel vind ik dat de auteur soms te veel blijft bij het uitleggen van wat er in de catechismus tekstuéél staat; hij slaat niet steeds de brug naar onze belevingswereld. Daardoor blijft bijvoorbeeld de toelichting op bladzijde 55 (over de voorzienigheid) in algemeenheden steken. Er worden in het boek ook nauwelijks verhelderende voorbeelden uit het dagelijks leven gebruikt. Ook illustraties ontbreken. Hierdoor blijft het soms abstract en wat ontoegankelijk.
Toe-eigeningsvragen
Terecht gaat Van Dam ervan uit dat ieder verbondskind nog geen oprechte gelovige is. Ook en juist binnen het kader van het verbond moet worden opgeroepen tot bekering. Wedergeboorte is noodzakelijk. Heel warm spreekt hij hierbij over de doop als pleitgrond. Anderzijds spreekt hij soms heel afstandelijk als het om de toe-eigeningsvragen gaat. Bijvoorbeeld op bladzijde 111 bij de vraag: „Hoe komt ik aan het ware geloof?” Dan volgt een uiteenzetting over „een zondaar”, die van alles meemaakt. Dit komen we vaker tegen. Zo’n spreken wekt vervreemding. Ik begrijp de noodzaak om onderscheiden te spreken, maar dat kan ook anders. Bijvoorbeeld: Als de Geest werkt, leren we…. Niet een zondaar, maar wíj. Het gaat uiteindelijk over mij!
Hoewel ik bij sommige dingen vragen heb, neemt dit niet weg dat ik de bedoeling en de inhoud van dit boek hartelijk aanbeveel. Ouders kunnen het boek goed gebruiken om met hun kinderen over de catechismus in gesprek te gaan. Bijvoorbeeld op zondagmiddag, vóór de avonddienst. De vragen aan het eind van ieder hoofdstuk kunnen dan samen gemaakt worden. Daarop kunnen we zegen verwachten.