Lakei: Trots op bijdrage aan expositie
DEN HAAG - ”Kroongetuigen. Koninklijke architectuur in Den Haag”. Dat is de titel van de expositie die secretaris-generaal drs. K. van der Steenhoven van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gisteren in het Atrium van het Haagse stadhuis opende.
Tijdens de opening van de expositie was ook voormalig lakei H. van den Heuvel aanwezig. Maar liefst 35 jaar was hij in dienst van het Koninklijk Huis. Een deel van zijn verzameling over de koninklijke familie is nu ook in het stadhuis te zien.„Kijk, dit door prins Bernhard gesigneerde treinkaartje heb ik gekregen”, zegt Van den Heuvel en wijst naar een minuscuul kaartje met daarop een verwijzing naar de opening van de Zoetermeerlijn in mei 1977. Prins Bernhard verrichtte toen de openingshandeling.
Van den Heuvel is er trots op dat hij dit kaartje aan zijn verzameling mocht toevoegen. En hij is helemaal trots dat nu een hele vitrine is ingericht met zijn bordjes, bekers en foto’s en andere aandenkens.
„Ik werkte 35 jaar voor de koninklijke familie”, vertelt hij. „Twaalf jaar op Paleis Soestdijk. Een fijne tijd was dat. Vooral prins Bernhard heb ik veel geholpen. En graag. Als er wat was, zei hij: zoek even mijn bril, en dat deed ik dan. Of ik hielp hem als hij ging golfen.”
Van den Heuvel zag een groot deel van de paleizen waaraan de tentoonstelling aandacht besteedt van binnen. „Ik werkte op Soestdijk, maar hier in Den Haag ook in Paleis Noordeinde en Paleis Lange Voorhout.”
Hij heeft dierbare herinneringen aan zijn loopbaan en had die periode voor geen goud willen missen. „Ik heb altijd met plezier gewerkt, zowel voor koningin Juliana als voor koningin Beatrix.”
Vereerd is hij dan ook dat hij op een gegeven moment een brief kreeg. Of hij een deel van zijn verzameling ter beschikking wilde stellen om de expositie over koninklijke gebouwen op te fleuren. „Geen idee hoe ze daarop kwamen, maar ik vond het heel leuk. Jammer is wel dat mijn medailles, buttons en boeken er niet bij konden. Thuis heb ik namelijk nog veel meer. Alles geërfd en gekocht”, zegt hij.
De tentoonstelling omvat behalve Van den Heuvels’ koninklijke verzameling foto’s, objecten en maquettes die een beeld geven van de oude en de nieuwe koninklijke architectuur in de Hofstad. Op panelen zijn koninklijke paleizen als Noordeinde, Huis ten Bosch, Kneuterdijk en Lange Voorhout te zien en ’koninklijke gebouwen’ als de Ridderzaal en de Gotische Zaal van de Raad van State.
Ook gebouwen die door koningin Beatrix of een ander lid van het Koninklijk Huis officieel zijn geopend komen aan bod. Dat zijn de Hoftoren, het Prinsenhof, de Monarch, het ministerie van VWS en het Beatrixkwartier. Voor bezoekers van de expositie is een grote leestafel ingericht waar ze op hun gemak nadere informatie over de gebouwen kunnen opzoeken.
Blikvangers op de tentoonstelling zijn een reusachtige foto van het standbeeld van Willem van Oranje op het Plein met op de achtergrond de Hoftoren en een foto van een stralende prinses Máxima, die op 17 juni 2004 de Hoftoren opende.
Tevens is er aandacht voor de restauratie van de koninklijke troon in de Ridderzaal, die rond 1900 door architect Pierre J. H. Cuypers uit Roermond werd ontworpen. Voordien gaf deze architect vorm aan het Rijksmuseum en het Amsterdams Centraal Station en was hij betrokken bij de restauratie van de Ridderzaal.
Bij de toegang tot de tentoonstelling staan poppen die een dubbelpost van de Koninklijke Marechaussee in ceremonieel tenue uitbeelden, zoals die bij officiële gelegenheden bij de koninklijke paleizen de wacht betrekken.
Medewerking aan de expositie verleenden het Koninklijk Huisarchief, de Koninklijke Marechaussee en de projectbureaus Binnenstad en Nieuw Centrum van de gemeente Den Haag. De gemeente hoopt met ”Kroongetuigen” de meer dan 25.000 bezoekers op jaarbasis in het bezoekerscentrum te kunnen evenaren.
”Kroongetuigen” duurt tot en met 31 januari 2006. De expositie is voor het publiek geopend op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur en op zaterdagen van 10.00 uur tot 16.00 uur.