Rechtszaak tegen Baan nadert ontknoping
ARNHEM - De ontknoping van de rechtszaak die gedupeerde beleggers begin 2001 aanspanden tegen het voormalige softwareconcern Baan Company lijkt aanstaande.
Op 23 maart van dit jaar bepaalde de Arnhemse rechtbank in een zogeheten tussenvonnis dat de eisende partij meer duidelijkheid diende te verschaffen over de schade die iedere belegger afzonderlijk zou hebben geleden. In reactie hierop bracht advocaat mr. L. Kerkman namens de eisende partij nieuwe bewijsstukken in. Maandag hield hij zijn pleidooi.Ruim vier jaar geleden dagvaardden zo’n 470 gedupeerde beleggers (met stichting De Keursteen als spreekbuis) de broers Jan en Paul Baan, Baan Company en hun participatiemaatschappij Vanenburg Group (inclusief twee dochterondernemingen). De groep beleggers eist van de gedaagde partijen een vergoeding voor geleden schade na het kelderen van de beurskoers van het aandeel Baan Company in 1998.
Kerkman stelde gisteren dat de gebroeders Baan aan beleggers „onjuiste en misleidende informatie” over het softwareconcern hebben verschaft. De koers van het aandeel Baan Company zou zo kunstmatig hoog zijn gehouden, waardoor Jan en Paul Baan zich „onrechtmatig konden verrijken.”
De broers zouden, aldus Kerkman, aandelen in Baan Company hebben aangeprezen binnen de „kring van bevindelijk gereformeerden”, hierbij „misbruik makend van de bijzondere positie die zij hierin genoten.” Veel beleggers staken op basis van vertrouwen hun spaarcenten in Baan Company, meent Kerkman. „Volgens het principe: Het is van Baan, dus het zit wel goed.”
De verdedigende partijen veegden gisteren de vloer aan met de nieuwe bewijsstukken van Kerkman en vroegen de rechtbank de dagvaarding te verwerpen. Volgens hen heeft de eisende partij na bijna vijf jaar procederen nog altijd niet afdoende informatie verschaft over de exacte schadeomvang van iedere gedupeerde belegger en ook niet aangetoond in hoeverre deze schade door onrechtmatig gedrag van de gedaagden is ontstaan.
Advocaat mr. J. Jitta wees er namens Baan Company op dat beleggers vooral schade hebben geleden door economische oorzaken. „Er zijn risico’s verbonden aan beleggen, ook in Baan Company. Hiervoor kun je niet altijd iemand verwijten maken. Dat is vaak moeilijk te accepteren.”
De advocaat van Jan en Paul Baan, mr. R. B. Gerretsen, benadrukte verder dat de eisende partij geen enkel concreet bewijs lijkt te hebben voor de stelling dat Jan en Paul Baan een persoonlijk verwijt treft. Bovendien wordt, aldus Gerretsen, de rol van de gebroeders Baan in Baan Company na de beursgang behoorlijk overschat. „Eind 1997 had Jan Baan de dagelijkse leiding van het concern al overgedragen aan Tom Tinsley en in 1998 bemoeide hij zich niet meer met de dagelijkse gang van zaken. Paul Baan trok zich in 1997 al terug uit het bestuur van Baan Company.”
De rechtbank doet uitspraak op 7 december.