Greenspan bekleedt de functie al sinds augustus 1987 en zal die in januari 2006 neerleggen. De Senaat moet de benoeming van Bernanke nog goedkeuren.

Bush zei dat Bernanke kan bogen op “diep respect in de financiële gemeenschap”. Hij riep de Senaat op de benoemingsprocedure snel af te ronden. Bernanke zei dat zijn eerste prioriteit zal zijn ‘de continuteit te handhaven met het beleid en de beleidsstrategie van het tijdperk–Greenspan’.

De 51–jarige Bernanke, sinds 2002 lid van de raad van bestuur van de Federal Reserve, werd in juni dit jaar door Bush benoemd tot voorzitter van zijn raad van economische adviseurs. De Republikein studeerde in 1975 summa cum laude af aan de Harvard universiteit en promoveerde in 1979 aan het Massachusetts Institute of Technology. Later was Bernanke onder meer als hoogleraar verbonden aan de Princeton universiteit. Bernanke heeft economie eens een zeer moeilijk vak genoemd. ‘Ik heb het vergeleken met leren hoe je een auto moet repareren terwijl de motor nog loopt’, aldus Bernanke.

Bernanke en Greenspan verschillen eigenlijk alleen van mening over de vraag of de Fed, zoals de Federal Reserve wel wordt afgekort, zich wat betreft de inflatie aan specifieke doelstellingen zou moeten houden. Bernanke denkt van wel, Greenspan van niet. Verder hebben zij volgens ingewijden een vergelijkbare visie op de Amerikaanse economie. Net als Greenspan is Bernanke een voorstander van een transparante Fed.

De benoeming van Bernanke kan een ommezwaai in het beleid van de Amerikaanse centrale banken betekenen. Hij heeft zich in het verleden een groot voorstander betoond van duidelijke inflatiedoelstellingen. De Fed kan daarmee volgens hem nog transparanter gaan werken.Greenspan heeft het nooit aangedurfd om dergelijke doelstellingen te uiten. De Europese Centrale Bank (ECB) doet dit wel, maar is van zijn harde doelstelling van een inflatie van hoogstens 2 procent teruggekomen. De ECB streeft nu naar een gemiddelde prijsstijging van ongeveer 2 procent.

Bernanke trok eind 2002 de aandacht van de financiële markten toen hij op het potentiële gevaar van deflatie wees. De rente was toen in de VS zo laag dat die dreiging reëel was. Zijn pleidooi om de overheid meer geld in de economie te laten pompen, en daarmee de inflatie omhoog te drijven, viel echter niet in goede aarde.

Greenspan is sinds 1987 de centralebankpresident van de Verenigde Staten. De inmiddels 79–jarige bankpresident kreeg onder meer te maken met een beurskrach (oktober 1987), een harde economische val van grootmacht Japan (jaren negentig), de Azië–crisis (1998) en de snelle opkomst en val van de internetindustrie (1999–2001).

Vanaf begon 2001 begon Greenspan in rap tempo de rente te verlagen om de Verenigde Staten uit een recessie te houden. De Maestro, zoals Greenspans bijnaam luidt, maakte vooral naam met zijn voorzichtige taalgebruik als hij over de Amerikaanse economie sprak. Zijn enige uitspatting was in 1996, toen hij waarschuwde voor buitensporige euforie op de effectenbeurzen.