Dat zei Diederik de Boer van Mensen in Nood/Cordaid zondagavond in Islamabad. Hij coördineert daar namens zijn organisatie de hulp aan de bewoners van het door de aardbeving getroffen gebied.Volgens schattingen van de hulporganisaties zijn er 400.000 ’wintervaste’ tenten nodig. Maar er komen hoogstens tussen de 200.000 á 300.000, als dat al lukt. In tentenateliers in het Pakistaanse Lahore wordt elke tien minuten een tent afgemaakt. Ook in een atelier in de Verenigde Staten en een in Turkije draaien de naaimachines overuren. „Maar dat zijn niet genoeg van deze speciale tenten", weet de Boer.

Voor 2,5 miljoen bewoners van de veraf in de bergen gelegen dorpjes moet binnen drie weken onderdak worden geregeld. „Daar liggen nog veel mensen onder het puin. We zijn bezig met het invliegen van medische hulp en voedsel. Het is de vraag of alles op tijd lukt. Er zijn wel goederen maar het ontbreekt nog steeds aan voldoende helikopters".

De ongeveer een miljoen getroffenen in de makkelijker bereikbare plaatsen komen waarschijnlijk straks voor een deel terecht in nog op te richten kampen. „We proberen zoveel mogelijk de bestaande structuren in stand te houden. Dat geldt ook voor de kleine dorpjes in de bergen. Je kan niet iedereen verplaatsen naar centrale opvangkampen", aldus De Boer.

De Boer hoopt dat er veel meer geld wordt gestort op giro 800800. „Er is veel meer nodig. Die 5 miljoen die nu binnen is, is al op. We geven geld uit dat er nog niet is. Er is zeker 75 miljoen nodig voor de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO)".

De Boer coördineert het werk van ongeveer vijftig hulpverleners uit het Westen –van artsen tot waterspecialisten– en tweehonderd Pakistaanse medewerkers. Het getroffen gebied is globaal zo groot als driekwart van Zwitserland.