Apeldoorn brengt reformatoren in Atlanta
ATLANTA - Als onderdeel van de Sixteenth Century Society and Conference (SCSC) in Atlanta hielden vrijdag vier promovendi van de Theologische Universiteit Apeldoorn een lezing over theologische aspecten van de Reformatie. De sessies waren georganiseerd door het Instituut voor Reformatieonderzoek in Apeldoorn.
Gereformeerde theologie is niet alleen bestemd voor wie er de waarde al van inziet, maar is ook een exportproduct. Daarom zijn enkele Apeldoornse theologen op het SCSC-congres over de zestiende eeuw aanwezig om de relevantie van gereformeerde theologie handen en voeten te geven.W. A. den Boer verzorgde een lezing over Arminius’ belangrijkste motieven om af te wijken van de gereformeerde theologie van zijn dagen. Den Boer stelde dat die motieven niet allereerst gezocht moeten worden in Arminius’ controversiële visie op de vrije wil en Gods genade, maar in de godsleer. Arminius’ visie op de aard, plaats en functie van Gods rechtvaardigheid is bepalend voor zijn hele theologie. Gods gerechtigheid maakt elk causaal verband tussen God en de zonde en ongeloof onmogelijk, en leidt volgens Arminius noodzakelijk tot het leren van zaken als een vrije wil en de weerstaanbaarheid van de genade, aldus Den Boer.
De komende jaren is Den Boer bezig met verder onderzoek naar de tijd voorafgaande aan de Synode van Dordrecht (1618-1619). D. Hoolwerf bracht in dezelfde sessie in beeld waarom Bullinger in 1557 honderd preken over het bijbelboek Openbaring publiceerde, terwijl andere reformatoren als Zwingli, Luther en Calvijn zich niet aan dit boek waagden.
Voor Bullinger is het bijbelboek Openbaring volkomen duidelijk. Bullinger wil met zijn preken de vervolgde kerk van de Reformatie troosten en bemoedigen. Hij vindt het van belang dat juist in zijn tijd, die hij als de laatste dagen beschouwt, dit Bijbelboek besproken wordt, omdat Openbaring juist voor de laatste dagen vertroosting biedt. Daarbij zag hij de Openbaring van Johannes als een boek waarin Christus centraal staat. Door deze prekenbundel kreeg Bullinger grote invloed op de latere protestantse exegese van Openbaring.
Profetie
In een andere sessie besprak D. Timmerman de visie van Martin Bucer op het verschijnsel van profeten en profetie. Uit de Bijbelcommentaren van de Straatsburgse reformator blijkt dat hij aanvankelijk nog enige ruimte ziet voor het optreden van profeten in zijn eigen tijd. Later beschouwt hij de profetie steeds meer als een verschijnsel dat ophield toen de apostolische tijd ten einde was. Aan het einde van zijn leven ziet Bucer echter wel ruimte voor een vorm van onderlinge profetie in de gemeente, namelijk in „christelijke gemeenschappen”, waarin de ware gelovigen elkaar opbouwen en vermanen op basis van Gods Woord.
A. Huijgen sprak over de historische achtergronden van Calvijns accommodatieconcept, ofwel de gedachte dat God Zich in Zijn openbaring aan het menselijk begripsniveau aanpast. Deze aanpassing wortelt volgens Huijgen niet zozeer in de klassieke retorica, omdat de accommodatieterminologie daar van gering belang is. Bovendien omschrijft Calvijn Gods aanpassing niet als de aanpassing van een redenaar aan zijn publiek, maar kleedt hij dit concept veel meer in pedagogische taal in: God Die zich als een Leraar aan Zijn leerlingen aanpast, of als Vader aan Zijn kinderen. De historische en begripsmatige achtergrond van de pedagogische vormgeving van het accommodatieconcept liggen veel meer dan in de klassieke retorica in de theologie van de kerkvaders en in het werk van de humanist Erasmus.
Botsende karakters
Dat de kerkgeschiedenis niet alleen een geschiedenis van ideeën maar ook van persoonlijke verhoudingen is, bewees de lezing van prof. dr. M. L. Monheit van de universiteit van South Alabama. Hij ging in op de situatie van de predikanten van Genève tussen Calvijns eerste aankomst in de stad in 1536 en de verdrijving van Calvijn en Farel vanwege een conflict met de overheid in 1538.
Monheit schetste hoe de Geneefse predikanten te midden van allerlei moeilijkheden een collectief gingen vormen. Maar botsende karakters leidden ook tot onderlinge verwijdering. Dat was bijvoorbeeld het geval toen de hoogmoedige en recalcitrante Pierre Caroli door de raad van Bern gekozen werd als predikant van Lausanne. Farel reageerde daar fel op, omdat men aan de bekwame en hardwerkende Viret voorbijging. Caroli was, zo schrijft Farel, iemand die in Lausanne niets geplant had of natgemaakt en die slechts zichzelf te koop aanbood en pochte op zijn titels.
Waarschijnlijk hebben de spanningen rond Caroli ertoe geleid dat Calvijn een helderder visie kreeg op wat echte roeping is: blijven op de plaats waar God een mens gesteld heeft en niet eerzuchtig jezelf opwerpen.