„Ik waag te betwijfelen of we klaar zijn voor veel grotere toestellen en snellere treinen”, zegt hij donderdag in een vraaggesprek met De Telegraaf. „Is over de consequenties, als het misgaat, wel voldoende nagedacht, zijn er wel voldoende extra maatregelen genomen?”Van Vollenhoven, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, vindt dat het voor de huidige modellen vliegtuigen wat betreft reddingsmiddelen op bijvoorbeeld luchthaven Schiphol, goed geregeld is. „Maar een vliegtuig moet dan wel op de baan neerstorten”, zegt hij. „Als bijvoorbeeld die grote zware ”crashtenders”, reddingsvoertuigen, in de modder en klei naast de baan terechtkomen, dan kunnen die tot hun assen wegzakken. Mijn ervaring is dat er soms onvoldoende over dit soort zaken wordt nagedacht.”

De veiligheidsexpert, onlangs benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit van Twente, vindt dat het publiek voorlopig nog wel veilig met de trein en het vliegtuig kan reizen. „Als je kijkt hoeveel kilometers die afleggen, als je ziet hoeveel vliegtuigen er zijn, dan is natuurlijk de veiligheid groot. Maar we moeten waakzaam blijven, dat geldt natuurlijk bij het spoor ook.”

Het Platform Nederlandse Luchtvaart (PNL) stelt dat de veiligheid ook bij het gebruik van grotere vliegtuigen is gewaarborgd. De reddingsvoertuigen op Schiphol zijn bij uitstek geschikt om over modder en klei te rijden. Bovendien bepalen internationale regels dat passagiers in noodsituaties alle typen vliegtuigen binnen negentig seconden moeten kunnen verlaten.