„Burke Stichting was veel te politiek”
DEN HAAG - De Burke Stichting is de laatste jaren „veel te politiek geweest”, erkent directeur Bart Jan Spruyt. Op dat punt sluit hij zich aan bij een artikel in De Groene Amsterdammer van deze week. Voor het overige heeft hij vooral kritiek op de publicatie. „De breuk met mijn bestuur had niets met Wilders te maken. Niets.”
De Groene Amsterdammer heeft zich op de conservatieve Edmund Burke Stichting (EBS) gestort. Vorige week bracht het weekblad een uitvoerig artikel over de voormalige sponsor van de EBS, het Amerikaanse farmaceutische bedrijf Pfizer. Deze week onthult ”De Groene” een geheime notitie die Spruyt in april schreef voor zijn stichtingsbestuur.De notitie is daarom zo boeiend omdat Spruyt erin preludeert op een door hem verwachte ineenstorting van het bestaande politieke systeem in Nederland. Er komt ongetwijfeld een moment van een „ultieme provocatie of een crisis (economisch dan wel terroristisch) die het systeem doet imploderen en ongekende politieke ruimte schept”, zo schrijft Spruyt in de strategische notitie voor zijn organisatie. Voor de Burke Stichting komt het erop aan geduldig op dat moment te wachten, zich in die tussentijd opstellend als een outsider, een kracht los van het Haagse establishment.
Vindt die terroristische aanslag of die economische crisis eenmaal plaats, dan moet de EBS geheel en al in de startblokken staan om als „geloofwaardig alternatief” een machtsfactor te worden. De denktank moet dan zijn gedachtegoed op orde hebben én beschikken over voldoende en juiste mensen om politieke en andere functies te bekleden.
Dat de notitie waarover het weekblad schrijft, bestaat, erkent Spruyt meteen. Ook bevestigt hij dat de citaten eruit correct zijn weergegeven. De EBS is de achterliggende jaren „veel te politiek geweest”, stelt hij. „Wij geloofden dat we de bestaande politieke partijen konden beïnvloeden.” Maar, constateert hij, „het heeft geen zin te pogen een politicus op andere gedachten te brengen na zijn achttiende. Zeker niet als hij in de Kamer zit. Dan holt hij van vergadering naar vergadering.”
Die scepsis geldt ook ex-VVD-kamerlid Wilders. „Wat hij tot nu toe te berde heeft gebracht, is niet het conservatisme dat mij voor ogen staat.”
Gegeven de onmogelijkheid om binnen het huidige systeem wezenlijke veranderingen te bewerken, moet de EBS wachten op een ineenstorting van het systeem, betoogt Spruyt. Het Nederlandse politieke systeem loopt op zijn laatste benen, meent hij. En hij weet: SER-voorzitter H. Wijffels denkt er net zo over. „Een systeem dat terreurverdachte Samir A. laat rondlopen en Nederland laat verarmen, zal imploderen.”
Spruyt is overigens uitermate ontstemd over het uitlekken van zijn notitie. „Extreem onfatsoenlijk”, stelt hij. De EBS-directeur wijt het lekken aan een van de ex-bestuursleden die eind april zijn opgestapt. Naar eigen zeggen deden ze dat omdat ze vonden dat Spruyt zich niet onafhankelijk genoeg opstelde van Wilders.
„Het had te maken met het voortdurende geflirt van hem met Wilders, maar ook met afspraken die werden geschonden of niet nagekomen”, aldus oud-bestuursvoorzitter mr. P. J. F. Bouma tegen De Groene Amsterdammer. „Ik vond dat we zo niet verder konden.”
Spruyt geeft een totaal andere lezing. Bij de presentatie van zijn notitie, eind april, zei hij tegen zijn bestuur: „Dit is mijn programma. Het is ambitieus. In die visie heb ik niets aan jullie. Jullie doen niks en lopen alleen maar in de weg.”
Spruyt stelt dat hij tachtig uur per week voor de EBS in dienst was, terwijl Bouma het genoeg vond dat het bestuur drie keer per jaar drie uur vergaderde. „Dat is toch geen commitment?” De directeur stelde het bestuur voor de keus: jullie gaan weg, of ik ga weg. Vier van de vijf bestuursleden stapten op. Spruyt: „Pas daarna zeiden ze: Dat komt vanwege zijn samenwerking met Wilders.”
In de Groene Amsterdammer geeft Bouma aan dat hij het inderdaad roerend oneens was met de notitie. „Ik geloof niet dat het land zo ontwricht is dat het in de nabije toekomst in elkaar stort.” Maar de geheime notitie speelde „geen rol in mijn beslissing op te stappen”, zegt de ex-voorzitter.
Dat de oud-bestuursleden de affaire-Wilders aanvoeren als oorzaak van verwijdering is volgens Spruyt merkwaardig, omdat in zijn uitgelekte notitie juist letterlijk geschreven staat dat „wij ons als EBS weer onafhankelijk moeten opstellen van alle politieke partijen, inclusief de partij-in-wording van Wilders.”
Die nieuwe lijn betekent volgens hem dat de hervormde EBS „onverdroten” moet doorgaan met de beïnvloeding van de publieke opinie. Daarnaast moet de stichting „meer dan voorheen” in mensen en ideeën investeren. Dat kan door studenten op meer „verplichtende” wijze via zomerklassen kennis te laten maken met het conservatisme en hen daarna te helpen met het schrijven van een scriptie of het vinden van een baan.
Voor zijn nieuwe programma dacht Spruyt in april -zo blijkt uit zijn notitie- 500.000 à 750.000 euro nodig te hebben. Inmiddels is er in zijn stichting nogal wat veranderd. De financiële armslag van de conservatieve denktank is zodanig afgenomen dat zelfs één betaalde kracht er niet meer af kan. Mogelijk gaat hij daarom volgende maand naar de VS om fondsen te werven. Want: „Zonder dat geld kunnen we ons ambitieuze programma niet uitvoeren.”