Zingeving zonder God
Titel: ”De kracht van Kabbala. Technologie voor de ziel”
Auteur: Yehuda Berg
Uitgeverij: Ten Have, Kampen, 2004
ISBN 90 259 5482 0
Pagina’s: 247
Prijs: € 19,90;
Titel: ”De Kabbala. Het hart van de joodse mystiek”
Auteur: Daniel C. Matt
Uitgeverij: Servire, Kosmos-Z&K Uitgevers, Utrecht/Antwerpen, 2005
ISBN 90 215 4370 2
Pagina’s: 254
Prijs: € 17,50; Titel: ”De magie van de kabbala”
Auteur: Ophiel
Uitgeverij: Bzztôh, ’s-Gravenhage, 2005
ISBN 90 453 0298 5
Pagina’s: 160
Prijs: € 12,50;
Titel: ”De Kabbalah ontsluierd”
Auteur: J. H. Laenen
Uitgeverij: Ten Have, Kampen, 2005
ISBN 90 259 5502 9
Pagina’s: 255
Prijs: € 17,90;
Titel: ”Kabbala. Joodse mystiek, een inleiding”
Auteur: Gerhard Wehr
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2005
ISBN 90 5911 241 5
Pagina’s: 134
Prijs: € 14,95.
De kabbala is vandaag de dag populair. Wanneer je een doorsnee boekwinkel bezoekt, valt op dat daar meer boeken over de kabbala en newageonderwerpen op de planken staan dan Bijbels en boeken over christelijke theologie. En dit aantal neemt alleen nog maar toe. Alleen al dit jaar is een fors aantal boeken over de kabbala (opnieuw of voor het eerst) gepubliceerd.
De kabbala is ook heel pretentieus. Zo geeft de Amerikaanse popster Madonna bij het boek van haar leermeester Yehuda Berg, ”De kracht van Kabbala”, de volgende aanbeveling: „Hier geen hocus-pocus en geen religieuze dogma’s. Wat dit boek laat zien, zet je wereld op zijn kop en is tegelijkertijd zo vanzelfsprekend.” En Yehuda Berg schrijft zelf in zijn boek dat „kabbala in feite de technologie van het menselijk bestaan is, de wetenschap van de ziel, en de fysica van de levensvervulling!” Of in gewone woorden: we krijgen nu de gelegenheid om te ontdekken „waarom we eigenlijk leven; hoe we hier gekomen zijn; hoe we onszelf van chaos, pijn en ellende kunnen bevrijden.”
Ophiel, in zijn ”De magie van de kabbala”, poneert: „Het onderwerp van al mijn boeken is ons leven beter te maken met Kennis en Begrip van, laten we zeggen, ’goddelijke dingen’. Dus ook dit boek, een occult boek, heeft als doel uw welzijn en vooruitgang.”
Maar wat houdt de kabbala precies in? Wanneer je de genoemde boeken van Yehuda Berg en Ophiel leest, word je voortdurend geconfronteerd met kreten zoals: het in contact komen met het Licht; het ontvangen van het Licht, met geloof redt je het niet; heb je naaste lief als jezelf; jij zelf bent de Boom des Levens van de Kabbala; alle (astrologische) krachten zijn in jou et cetera. Mijn indruk is dat het de gemiddelde lezer van het Reformatorisch Dagblad net zo zal vergaan als mij. Toen ik me (met moeite) door deze twee boeken heen had geworsteld, wist ik aan het eind nog niet wat de eigentijdse kabbala was, behalve dan dat het een zeer ingewikkelde methode is om tot zelfverwezenlijking te komen. God wordt wel voortdurend genoemd, maar speelt geen enkele rol.
Typerend vond ik in dit verband dat Yehuda Berg zijn boek heeft opgedragen aan zijn broer en daarbij de wens uitspreekt dat het boek dat zijn broer had geschreven, ”Becoming like God”, mensen mag helpen om als God te worden!
De indruk die beide boeken bij mij achterlieten, was hoe je tot rust, geluk en genot kunt komen buiten God om. Duidelijk moge zijn hoe ver de inhoud ver van de Bijbelse waarheden af staat.
Strenge toegangseisen
Nu kunnen we de vraag stellen of het hier wel om de kabbala gaat. J. H. Laenen toont in zijn ”De Kabbalah ontsluierd” aan dat de kabbala van origine een joodse mystieke stroming is die alleen voor een select groepje joodse ingewijden bestemd was. De toegangseisen om zich hiermee te mogen bezighouden waren en zijn zeer streng.
Zo vertelde een joodse kennis uit Antwerpen, wiens ouders tot de ultraorthodoxe chassidische gemeenschap aldaar behoorden, mij eens dat om je met de kabbala bezig te mogen houden, je volgens hun traditie aan een aantal voorwaarden behoorde te voldoen. Je mag op je derde jaar beginnen met het bestuderen van de Thora. Als je dertien bent, mag je je met de studie van de rabbijnse geschriften, zoals Misjna (de joods-rabbijnse wet) en Talmoed, bezighouden. Maar pas na je veertigste mag je de kabbalistische geschriften bestuderen, tenminste, alleen als je een man bent en getrouwd. Vrouwen in het algemeen en mannen onder de veertig jaar worden buitengesloten omdat zij de geestelijke rijpheid en de emotionele stabiliteit missen om op een goede wijze met deze kennis om te gaan.
De kabbala is een joodse vorm van mystiek, ingebed in de joodse traditie. Kabbalisten worden geacht zich nauwgezet aan de joodse wet te houden en de Thora en de Talmoed te bestuderen. Daarvan is in de moderne kabbalistische centra, waaraan Jehuda Berg en Madonna zijn verbonden, niets terug te vinden. Iedereen die maar een lichte aandrang heeft om naar het hogere te zoeken, kan zich met de kabbala bezighouden.
De joodse kabbalisten daarentegen gaan uit van de Hebreeuwse Bijbel, van de rabbijnse traditie en van de Hebreeuwse taal. Zij vragen zich af hoe de schepping van de wereld door God precies in zijn werk is gegaan. Ze onderzoeken in welke aspecten de ’persoonlijkheid’ van God uiteenvalt. Ook vragen naar de zin van het lijden en hoe de kloof tussen God en de mens weer hersteld kan worden zijn regelmatig terugkerende thema’s in deze joodse mystiek.
Genieten
Van dergelijke vragen is in genoemde boeken niets terug te vinden. De moderne kabbalistische centra richten zich op heel andere dingen dan de ’echte’ joodse kabbalisten. Het gaat bij deze centra om genieten, om het liefhebben van jezelf, hoe je persoonlijk succes kunt krijgen bijvoorbeeld op financieel en seksueel gebied. En dan is het goed te begrijpen dat deze scholen zo populair zijn. Ze sluiten immers haarscherp aan bij de behoeften van de postmoderne religieuze mens met zijn oppervlakkige hang naar spiritualiteit en zelfverwerkelijking.
Ook het boek van Ophiel vertegenwoordigt een stroming binnen de kabbalistische lectuur die heel ver af staat van de oorspronkelijke joodse mystiek. Dit gaat terug op het occulte en op magie en vormt een ratjetoe van esoterische speculaties, waarin alles wat maar met occultisme te maken heeft, zoals Tibetaanse en Egyptische magie, alchemie et cetera, op één grote hoop wordt gegooid.
Men kan de boeken die vandaag de dag over de kabbala verschijnen dan ook in twee groepen verdelen: de propagandistische geschriften, zoals die van Berg en Ophiel, en de meer serieuze (wetenschappelijke) werken, die een objectieve beschrijving geven van wat joodse mystiek en kabbala nu precies inhouden. In de laatste categorie valt het boek van J. H. Laenen, ”De Kabbalah ontsluierd”, en dat van Gerhard Wehr, ”Kabbala. Joodse mystiek, een inleiding”.
Het boek van Daniel C. Matt, ”De Kabbala. Het hart van de joodse mystiek”, staat min of meer tussen beide groepen in. Het bevat een aantal vertalingen uit het Hebreeuws en het Aramees van joodse kabbalistische teksten van de afgelopen 1000 jaar, voorzien van verklarende noten. In een zeer beknopte inleiding gaat Matt in op de kernbegrippen van de kabbala. Maar het doel van het boek is niet zozeer inzicht te bieden in deze materie, maar leidraad te zijn voor beginnende kabbalisten. Het wordt dan ook aanbevolen voor leerhuizen en gesprekskringen, die dan een tekst per keer kunnen bestuderen en met elkaar bespreken welke mystieke ervaring de teksten bij de deelnemers oproept.
Ezechiël
Persoonlijk vind ik het verhelderendste en bruikbaarste boek over dit onderwerp dat van de hebraïcus J. H. Laenen. Het is een verkorte en wat toegankelijkere editie van zijn standaardwerk: ”De joodse mystiek. Een inleiding”, dat een paar jaar geleden is gepubliceerd (Kok, Kampen, 1989). Wie echt wil weten wat joodse mystiek inhoudt zonder te worden blootgesteld aan propaganda, krijgt met dit werk veel en goede informatie. Laenen beschrijft de verschillende vormen van de joodse mystiek, zoals de zogenaamde Merkava-mystiek (uit de tweede tot de zesde eeuw na Chr.), die zich baseert op het roepingvisioen van de profeet Ezechiël, alsook de klassieke kabbala (vanaf de twaalfde eeuw) en de ontwikkeling van de kabbala na de verdrijving van de joden uit Spanje in 1492.
Deze laatste gebeurtenis maakte zo veel indruk op de joodse wereld dat men dacht dat de komst van de Messias wel spoedig zou plaatshebben. Als gevolg daarvan werden er kabbalistische werken geschreven over de komst van de Messias en over de Messiaanse tijd (de luriaanse kabbala en die van Shabbetai Zevi, die zich als valse Messias opwierp). Deze laatste vorm van kabbala is volkomen ontspoord. Tot slot wordt aandacht besteed aan de mystiek binnen het chassidisme en aan de hedendaagse hype, die, zoals we zagen, heel ver af staat van de oorspronkelijke joodse mystiek.
Ontzag
Het is een zeer ingewikkelde materie, die zelfs op de heldere wijze waarop Laenen het behandelt, voor de gemiddelde lezer niet altijd te begrijpen zal zijn. Duidelijk moge zijn dat dé kabbala niet bestaat, maar een geheel van verschillende stromingen en opvattingen is.
Bij het lezen van deze boeken moest ik denken aan Spreuken 1:7: ”De vreze des HEEREN is het beginsel der wetenschap.” Hoe leren we over God, over de zin van het leven en van het lijden en over alle vragen die bij de postmoderne mens leven? Niet door boeken te lezen over kabbala of over joodse mystiek. Wetenschap en kennis beginnen met het ontzag hebben voor God, de Schepper van hemel en aarde. Hem mogen we kennen door Zijn Zoon Jezus Christus, die ons in de Bijbel wordt geopenbaard.