”Witte motor” hoort niet in gierput
De stakingen in de zuivelsector zijn overdreven. Het verschil tussen het loonbod van de werkgevers en de eisen van de vakbonden is zo klein dat het onbegrijpelijk is dat de partijen het niet eens kunnen worden.
De bonden willen 7 procent meer loon in twee jaar, terwijl de werkgevers niet verdergaan dan 6,5 procent. Ook zijn de onderhandelaars het niet eens over het beleid voor oudere werknemers. Bij zo’n klein meningsverschil -een half procent loon in twee jaar tijd- moet er toch een compromis kunnen worden gevonden?
Dat de bonden desondanks naar het stakingswapen grijpen, geeft aan dat er meer aan de hand is. De verhoudingen tussen de sociale partners in de zuivelsector zijn blijkbaar niet goed. Het minieme loongeschil was dan ook de druppel die de emmer deed overlopen. Inmiddels wordt in tientallen melkfabrieken in het noorden van het land al gestaakt en de acties dreigen zich verder uit te breiden.
Het zou van volwassenheid en zakelijkheid getuigen als de beide partijen weer zo snel mogelijk met elkaar om de tafel zouden gaan zitten om over een oplossing voor het conflict te praten. Om het grote wantrouwen weg te nemen, is het wellicht goed een onafhankelijke deskundige in te schakelen.
Het nu gekozen actiewapen van stakingen is een verkeerd middel. Een dergelijke vorm van verzet is niet bijbels omdat zij in strijd is met de van God gegeven gezagsverhoudingen tussen werkgever en werknemers. Er kan sprake zijn van meningsverschillen, maar dan moet er op een harmonieuze manier naar oplossingen worden gezocht.
Nu dreigen anderen die niet bij het conflict zijn betrokken er de dupe van te worden. Vele honderden boeren in vooral het noorden van het land kunnen nu al hun melk niet meer kwijt omdat de zuivelfabrieken geen melk meer ophalen. Als vandaag of morgen de koeltanks op de boerderijen volzitten, moeten de veehouders de melk in gierputten of op het land laten lopen. Ze hebben dan geen keus.
Op de werkgevers en de werknemers rust een grote verantwoordelijkheid om te voorkomen dat de melk moet worden weggegooid. Zo mag er niet met dit waardevolle voedingsmiddel worden omgegaan. Dat is volstrekt in strijd met de scheppingsopdracht om de aarde zo goed mogelijk te bebouwen én te bewaren. De ”witte motor” hoort niet in de gierput.
Het weggooien van de kostbare melk is al eerder gebeurd. In 1992 zorgden stakingen in de zuivelfabrieken er ook voor dat melkveehouders op grote schaal hun melk weg moesten laten lopen. Dat is niet alleen principieel gezien onacceptabel, het is ook slecht voor het imago van de agrarische sector. Hoeveel mensen in deze wereld hebben nauwelijks te eten en te drinken, terwijl de waardevolle melk in het rijke Nederland wordt vernietigd.
Als de stakingen zich nog verder uitbreiden, kan dat tot lege schappen in de supermarkten leiden. Hopelijk gebeurt dat niet, maar als het zich voordoet, zullen net als in 1992 en vorig jaar tijdens de mkz-crisis vele consumenten weer gaan hamsteren. In onze zogenaamd moderne samenleving staat het eigenbelang -of het nu gaat om bijvoorbeeld CAO-onderhandelingen of om ons gedrag als consument- helaas bij velen centraal.