In 2004 werden 145 mensen om het leven gebracht vanwege hun vakbondsactiviteiten, zestien meer dan in het jaar daarvoor. Het cijfer toont aan „hoe ver overheden en werkgevers bereid zijn te gaan bij het onderdrukken van arbeidsrechten in hun concurrentieslag op een steeds genadelozer mondiale markt", aldus de ICFTU. Verder werd vorig jaar meer dan zevenhonderdmaal geweld gebruikt tegen vakbondsactivisten en werden zij bijna vijfhonderdmaal met de dood bedreigd.De meeste gewelddaden jegens vakbondsleden werden gepleegd in Azië en Zuid– en Midden–Amerika. Zuid– en Midden–Amerika spannen de kroon waar het gewelddaden betreft – Colombia voert de lijst aan met 99 moorden – en Azië telt de meeste gedetineerde vakbondsleden.

Onder de gendustrialiseerde landen vallen de Verenigde Staten op als vakbondvijandig. Amerikaanse werkgevers huren vaak speciale bedrijven in die arbeiders ervan moeten weerhouden zich te organiseren, laten hun werknemers bijeenkomsten bijwonen waar tegen vakbonden wordt geageerd en dreigen fabrieken te sluiten als het personeel zich bij een bond wil aansluiten.

Een woordvoerster van de Amerikaanse vakbondsfederatie AFL–CIO, waar 53 bonden bij zijn aangesloten, zei dat onder president George Bush allerlei vakbondsrechten zijn teruggedraaid. „De vakbonden beleven hun grootste crisis in dertig jaar omdat deze regering zo anti–arbeider is", zei zij. De Amerikaanse supermarktketen Wal–Mart heeft ’union–busting’ (het kraken van vakbonden) volgens de ICFTU tot een kunst verheven. Het bedrijf biedt onder andere bonussen aan werknemers die bereid zijn tegen vakbonden te stemmen.