De kloof
Groot en verschrikkelijk is de verwijdering die de zonden gemaakt hebben tussen de mens en zijn God. Toch, in die gemeenschap bestaat zijn enig heil en enige gelukzaligheid. Er is nu tussen beiden een grote kloof gevestigd. Uw ongerechtigheden maken een scheiding tussen u en uw God.
De mens van nature vlucht van God weg in plaats van naar hem toe. De mens haat God en daarom is het wat groots de mens wederom tot God te brengen. Het is een overheerlijke belofte die hen verzekert dat hun pogingen niet te vergeefs zullen zijn. Wanneer zij naderen, zal God niet wijken maar veeleer hun tegemoetkomen.Zullen de zondaren dat echter recht doen, dan dienen zij wel onderwezen te worden hoe zij tot Hem moeten naderen, dat zij niet moeten blijven die zij waren. Zij moeten in- en uitwendig zodanig veranderd en vernieuwd worden dat God op een betamelijke wijze, zonder krenking van Zijn heiligheid hun genadig kan zijn.
Dat bedoelt de apostel Jakobus in de voorgaande tekst. Hij heeft hen vermaand zich Gode te onderwerpen en aangepord om als kloekmoedige krijgsknechten de satan te wederstaan.
Petrus van der Hagen, predikant te Amsterdam (”Verborgenheid der Godzaligheid”, 1677)