„Hoofd niet in kneedkuip laten hangen”
ZIERIKZEE - Vader Droppers zag het aantal bakkers in zijn woonplaats de afgelopen decennia gestaag slinken. Telde Zierikzee er begin jaren zeventig nog veertig, nu is de Stadsbakkerij de laatste in het stadje die het brood zelf nog bakt. Voor zoon Wilfred (36) is dat geen reden om bij de pakken neer te zitten. „ We letten op wat er bij de klanten leeft en spelen daarop in. Je moet je hoofd niet in de kneedkuip laten hangen.”
Zijn drukke bestaan weerhoudt hem er niet van vaak achter de toonbank plaats te nemen. Wilfred Droppers vindt het belangrijk contact met klanten te houden. „Om te horen wat ze willen. Je kunt nog zo mooi bakken, het moet wel in de winkel verkocht worden. Dat onderschatten collega’s soms.”Het 11.000 inwoners tellende Zierikzee is een echte bakkersstad. Het hoofdkantoor van de belangrijke ingrediëntenleverancier Zeelandia staat er. De aanwezigheid van dat bedrijf was ook bepalend voor de komst van de familie Droppers naar het monumentenstadje. „Mijn ouders verhuisden 34 jaar geleden vanuit de Achterhoek naar hier. Aanvankelijk was mijn vader in dienst van Zeelandia, in een commerciële proefbakkerij. Toen duidelijk was dat ik best bakker wilde worden, heeft hij deze zaak overgenomen.”
In 1998 sloegen vader en moeder Droppers, geholpen door een dochter en zoon Wilfred, de vleugels uit. Ze verhuisden naar een groter pand in het hart van het winkelgebied. Het was ook hét moment om in te spelen op nieuwe trends in de voedingswereld. „Kwaliteit moet iedereen leveren. Je moet meer doen”, meent Wilfred. „In de Randstad was er in die tijd al veel vraag naar belegde broodjes. Wij waren hier de eersten die daarmee begonnen. Dat sloeg goed aan. Een volgende stap was de invoering van het lunchroomachtige. Koffie, een warm snackje, een gebakje. Nu neemt de vraag naar gezonde producten toe, daar doen we eveneens aan mee.”
In 2001 namen vader en zoon Droppers een van de laatste warme bakkers in hun woonplaats over. Daarmee kreeg Stadsbakkerij Droppers & Zn. de beschikking over een flink bedrijfspand op de grens van een industrieterrein en de nieuwbouw van Zierikzee én over een winkeltje in de binnenstad. In de grote bakkerij is niet alleen een winkel, op die plaats worden nu ook alle producten van de Stadsbakkerij gebakken.
Na de overname kon de familie Droppers niet achterover leunen. In 2003 en 2004 daalde de omzet en legde de Stadsbakkerij zich in antwoord daarop ook toe op de horeca. Verschillende restaurants, hotels, strandtenten en bungalowparken op Schouwen-Duiveland betrekken, sinds een gerichte actie, hun verse bakkerijproducten van de familie Droppers. „We leveren specialiteiten die in supermarkten en bij marktbakkers niet te krijgen zijn”, zegt Wilfred. De omzet is het afgelopen jaar tot zijn opluchting weer gegroeid.
Recent heeft hij een kiosk met belegde broodjes en gezondheidsproducten geopend in een grote scholengemeenschap. „Met aangepaste prijzen. Het is een leuke proeftuin voor het proberen van nieuwe producten. Bovendien is het goed voor de naamsbekendheid. De 1100 leerlingen zijn afkomstig van het hele eiland.”
De vraag naar gewoon wit- of bruinbrood zal verder afnemen, verwacht Droppers. „Er is steeds meer vraag naar variaties. Ik verkoop sinds kort brood met prei en kaas. Lekker bij de borrel, ’s avonds. Je kunt eindeloos variëren, misschien dat het gewone bruin en wit wel naar de onderste schappen gaat of zelfs helemaal verdwijnt. Daar komt dan bijvoorbeeld brood gevuld met spaghetti of gehakt voor in de plaats.”
Of de warme bakkers als gevolg van de oprukkende supermarkten en de fabrieksbakkers nog een verdere sanering te wachten staat, is voor hem de vraag. „Door overnames zal het aantal bakkers nog wel slinken, maar ik hoop dat het huidige volume op peil blijft.”
Dit is het eerste deel in een serie over versspeciaalzaken. Dinsdag deel 2.