Koran en geweld
„Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel”, zegt een oud spreekwoord. Is dat ook van toepassing op de in Nederland levende Marokkaan Samir A.? Hij kwam voor het eerst in beeld als lid van de Hofstadgroep, rond de moord op filmmaker Theo van Gogh. Hij zou actief geweest zijn in het voorbereiden van terroristische aanslagen op openbare gebouwen.
Wegens gebrek aan bewijs kwam hij vrij. Vrijdag zijn er opnieuw zeven personen in hechtenis genomen. Samir is er weer bij. Justitie verdenkt hem en de anderen opnieuw van het voorbereiden en beramen van aanslagen.Minister Donner van Justitie zei tijdens een persconferentie dat de verdachten wilden handelen vanuit een extreem godsdienstige ideologie. De bewindsman benadrukte dat niemand daar de islamitische gemeenschap op aan mag kijken. Dat is helemaal waar. Overigens is het laatste woord nog niet gesproken over wat nu eigenlijk precies als strafbaar extremisme valt te typeren. Het al of niet in zinnen op geweld zou een van de criteria kunnen zijn.
In landen als Afghanistan en Indonesië leven veel gematigde moslims. Fijne mensen met een groot rechtvaardigheidsgevoel. Ze steunen of leiden net als christenen mensenrechtenorganisaties. En ze doen allerlei andere -vanuit horizontale optiek bekeken- goede dingen. Lang niet iedere volgeling van Mohammed keurt de burgeroorlog in Irak tussen sjiieten en soennieten goed. Met zulke vredelievende lieden valt zeker te praten over de vraag waarin christenen met hen overeenkomen en verschillen.
Toch valt er meer te zeggen. Gedurende de achterliggende weken publiceerde deze krant een serie artikelen over de islam. Een redacteur vroeg aan een orthodoxe sjeik of de gruwelijke passages in de koran nog steeds gelden. Bijvoorbeeld de tekst „Dood de veelgodenaanbidders, waar jullie hen ook aantreffen.” De soenniet bevestigde dat. Hoewel hij ontkende dat deze oproep geldt voor individuele moslims. In elk geval vormt zo’n klimaat -dus door de koran gecreëerd- een voedingsbodem voor geweld. Vanuit die optiek valt ook de afkeer in een land als Duitsland van islamitisch onderwijs te begrijpen.
Er zijn vredelievende moslims. Anderen houden zich in elk geval koest en brengen de gewraakte teksten uit de koran in elk geval niet in praktijk. Dat laten ze aan de staat over. Maar ook in zulke situaties hebben christenen het niet altijd makkelijk. In diverse landen of districten geldt de islamitische wetgeving. Ook indien er geen sprake is van vervolging van minderheden, kan er sprake zijn van ernstige discriminatie.
In Pakistan had deze week een vreselijke aardbeving plaats. Ook christenen leden daaronder. Het theologisch seminarie van de Presbyteriaanse Kerk in Gujranwala heeft schade opgelopen. En dat geldt ook jongens- en meisjesinternaten en christelijke scholen. Een van de kerken heeft grote schade. Een pastorie werd onbewoonbaar. Het is echter maar de vraag of deze christenen straks -als de miljoenen uit Europa naar dat land vloeien- zich niet zien achtergesteld bij moslims. Omdat ze van mindere kwaliteit zouden zijn.
Het is goed dat de strijd tegen terrorisme onverminderd voortgaat. Tegelijk is het niet correct om te doen alsof het toevallig is dat moslims telkens achter terrorisme blijken te zitten. Een paar verdachten wilden volgens minister Donner hun islamitisch geloof misbruiken om hun daden te rechtvaardigen. Wie echter probeert onbevooroordeeld de koran te lezen, moet concluderen dat deze wel degelijk aanleiding biedt voor het gebruik van geweld. De vijandige houding van extreme moslims is niet slechts een ethische afwijking. Zij vloeit voort uit een leerstellige, aan de koran ontleende grondhouding.