Draaiboek voor pandemie in Nederland ligt klaar
DEN HAAG (ANP) - Concerten, sportwedstrijden en andere massale evenementen zullen uit den boze zijn. Scholen gaan waarschijnlijk dicht. En of de kerken op zondag nog vol zullen zitten?
Hoe Nederlanders individueel zullen reageren bij een grote griepepidemie blijft nog even koffiedik kijken. Maar de overheid houdt er terdege rekening mee dat mensen gaan hamsteren en zich thuis opsluiten uit angst om ziek te worden.Het ministerie van Volksgezondheid en de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding (LCI) houden in het ”Beleidsdraaiboek Influenzapandemie” met scenario’s als maatschappelijke onrust en ontwrichting rekening. Met het draaiboek probeert de overheid de gevolgen van een pandemie zo veel mogelijk te beperken. „Het is een illusie dat de maatschappij en de gezondheidszorg in die mate voor te bereiden zijn dat we een pandemie in Nederland zouden kunnen afwenden of de gevolgen volledig zouden kunnen opvangen.”
Nederland bevindt zich wat betreft een mogelijke grieppandemie net als de rest van de wereld op dit moment in Fase 0.2: een nieuwe virusvariant is vastgesteld bij meerdere mensen, maar zij hebben elkaar niet onderling besmet. Op het moment dat „ergens ter wereld” het vogelgriepvirus van mens op mens bewezen overslaat (fase 0.3), gaat het draaiboek in.
Een virus kan zich vandaag de dag vrij snel over de wereld verspreiden. „Door toename van het internationale reizigersverkeer” becijferen deskundigen dat hiervoor 120 tot 160 dagen nodig zijn. Ministerie en LCI houden er voor het geval dat een wereldwijde griepepidemie ook Nederland treft, rekening mee dat maximaal een kwart van de Nederlanders ook daadwerkelijk ziek wordt. Op grond van sterftecijfers bij eerdere pandemieën zou dit betekenen dat 3000 tot 13.000 mensen overlijden.
Nederland heeft nu als wapen tegen een griepepidemie 5 miljoen doses van de virusremmer Tamiflu in bestelling. Een derde van de Nederlanders kan daarmee worden voorzien. Die kuren zijn bestemd voor kwetsbare groepen als ouderen, besmette mensen en hen die door hun werk, bijvoorbeeld als verpleegkundige of arts, een verhoogd risico lopen op besmetting.