Buitenland

Leiden reikt eigen ‘Nobelprijs’ uit

LEIDEN - Leidse studenten en docenten hebben donderdag hun favoriete Nobelprijskandidaat voor literatuur gepresenteerd. A. S. Byatt, Petrarca, Orhan Pamuk, Per Olov Enquist - allerlei namen van schrijvers uit heden en verleden scheren laag over. De naam van de échte winnaar, Harold Pinter, is er niet bij.

Jan-Kees Karels
14 October 2005 09:36Gewijzigd op 14 November 2020 03:03
LEIDEN – De Leidse studenten Japans Aike Rots en Rianne Hidding wisten donderdag de Leidse ”wissel Nobelprijs” in de wacht te slepen. Zij nomineerden de Japanse schrijver Murakami Haruki voor de alternatieve Nobelprijs voor literatuur. Foto Mark Lammers
LEIDEN – De Leidse studenten Japans Aike Rots en Rianne Hidding wisten donderdag de Leidse ”wissel Nobelprijs” in de wacht te slepen. Zij nomineerden de Japanse schrijver Murakami Haruki voor de alternatieve Nobelprijs voor literatuur. Foto Mark Lammers

Studenten zijn samengestroomd in de kantine van het Lipsiusgebouw. Een deel gebruikt zittend de lunch, anderen staan belangstellend te kijken. Op het podium presenteren studenten en docenten, afkomstig uit allerlei studierichtingen, hun favoriete Nobelprijskandidaat. Korte, flitsende speeches van maximaal twee minuten. De beste voordracht wint de Leidse ”wissel-Nobelprijs”, die het hele jaar in het bezit van de winnende opleiding blijft. Je hoeft je niet te beperken: ook auteurs uit een ver verleden mogen meedingen.Van die mogelijkheid maken de twee spitsafbijters gebruik. Petrarca, vinden ze beslist. „Dit is de man die op velerlei wegen de heldere stem van de oudheid bewaarde.” Sterk overdreven: „Europa kent geen schrijver die zijn invloed zou kunnen evenaren.”

Prof. dr. Richard Todd, hoogleraar Engelse letterkunde, vindt dat de Britse schrijfster A. S. Byatt de 1,11 miljoen euro moet krijgen. Een schrijfster van wereldklasse, oordeelt hij over de vrouw die vorig jaar de prestigieuze Huizingalezing hield. „Humoristisch, en wérkelijk geïnteresseerd in de wereld. Daarbij komt dat ze vrouw is, en die zijn sterk ondervertegenwoordigd. Het aantal vrouwelijke winnaars afgelopen eeuw is shockerend laag, minder dan 10 procent.”

Een studente Duits komt met de ”spotter, cynicus en nar” Thomas Bernard (1931-1989) op de proppen. „Een onuitputtelijke bron voor iedereen die zich bezig wil houden met het collectieve geheugen van Oostenrijk. Bernard schreef over de collectieve trauma’s, angsten en verwachtingen van het land. Zijn lange zinnen houden taalkundigen nog altijd bezig. Tijdens zijn leven heeft Bernard de Nobelprijs niet gekregen, en het zelfcorrigerend vermogen van het comité in Stockholm is helaas beperkt. Maar wij in Leiden hebben de mogelijkheid dat goed te maken.” Van dat soort arrogantie was de tweekoppige jury wel gediend: tweede prijs.

Mannelijke kandidaten, vrouwelijke kandidaten, outsiders, schandaalauteurs - vogels van uiteenlopende pluimage passeren de revue. Geen Fransen, wel Britten en Duitsers. De feministische Britse schrijfster Margaret Forster bijvoorbeeld, specialist in individuele vrouwenlevens. De te zeer vergeten korteverhalenschrijver E. T. A. Hoffmann (1776-1822), die met zijn sprookje ”De Notenkraker” Duitsland aan populaire beeldjes hielp. Of de veelschrijver Per Olov Enquist, auteur van prachtige historische romans - „het wordt weer tijd voor een Zweed.”

Tussen al die voorstellen valt ook kritiek te beluisteren. Waarom alleen een prijs voor de kunst van het geschreven woord? Het is toch eigenlijk te gek dat Picasso nooit een Nobelprijs voor beeldende kunst heeft gehad? Jef Jacobs, onderwijsdirecteur van de Leidse Letterenfaculteit, maakt van de gelegenheid gebruik om de als kandidaat circulerende namen van Harry Mulisch en Cees Nooteboom onderuit te halen. „Die moeten het dus niet worden, ik vind hen geen rasvertellers. Allebei zijn het gemankeerde gymnasiasten die hun jeugdfrustratie niet overboord kunnen zetten en daarom permanent in eigen voet schieten. Hun boeken zijn vaak een optelsom van bijeenvergaard weten dat beslist moeten worden afgeladen.” Nee, Jacobs heeft een betere in petto, dan liever Willem Elsschot.

Tegenover Elsschot wordt ”De Thuiskomst” van Anna Enquist in stelling gebracht. Vast bedoeld als studentenmop. De toelichting: „Enquist maakt literatuur toegankelijk voor een groot publiek, en niet voor een klein clubje van gekke vakgenoten. Toegankelijk geschreven, bevat meer antwoorden dan vragen. En haar zinnen kunnen buitengewoon diepzinnig zijn. Neem deze: „De kapitein ging door het huis alsof hij een schip inspecteerde.”

Om klokke 13.00 uur blijkt de Britse toneelschrijver Harold Pinter de échte Nobelprijs voor Literatuur te hebben gewonnen. Wie kent hem? Todd weet wel iets te melden. „Hij heeft zich schunnig en obsceen over president Bush uitgelaten.”

Na afloop wordt de Leidse wissel-Nobelprijs uitgereikt. Drie studenten Japans hebben gewonnen met hun dramatische voordracht van de Japanse auteur Murakami Haruki. „Mooie presentatie met veel humor gebracht. Hoewel de argumentatie absoluut nul was”, oordeelt de jury, en geeft daarmee voorrang aan vorm boven inhoud. De deelnemers krijgen een pen mee om daarmee hun eigen „meesterwerk” te schrijven. Wie weet.

„Het is de eerste keer dat we dit op deze manier doen”, licht organisator Ineke Sluiter toe. „Je hoort pas twee dagen van tevoren wanneer de Nobelprijs wordt bekendgemaakt. Door die merkwaardige aankondigingsstructuur is het in vorige jaren moeilijk gebleken de expertise over de winnaar voor het voetlicht te krijgen. Daar wilden we graag iets aan doen. We hebben mensen die iets over de winnaar weten opgeroepen zich te melden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer