Patstelling in EU over uitbreiding
De Europese ministers van Buitenlandse Zaken zijn maandag geen millimeter opgeschoten in de discussie over de uitbreiding van de Europese Unie. Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Zweden verzetten zich met hand en tand tegen een besluit dat ook de boeren in de nieuwe lidstaten kunnen rekenen op inkomenssteun. Nederland wil met een besluit wachten tot december.
Over een week doen de ministers in Luxemburg opnieuw een poging. Lukt ze het dan weer niet om het eens te worden, dan zal EU-voorzitter Spanje het onderwerp op de agenda van de top in Sevilla (21 en 22 juni) plaatsen, zo verwacht minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken.
De„Bende van Vier” is niet van plan zich gewonnen te geven. Van Aartsen verzet zich echter tegen de indruk dat Nederland en de drie andere landen daarmee de uitbreiding van de Unie in 2004 blokkeren. Van een koppeling met hun eis tot hervorming van het EU-landbouwbeleid op het punt van de inkomenssteun is geen sprake. „Niemand legt die koppeling. Maar er is nu eenmaal parallelliteit.”’
Volgens de Spaanse minister Piqué moet hard worden getrokken aan een eerdere oplossing, anders komt komend EU-voorzitter Denemarken tijd tekort. Volgens het afgesproken tijdschema moeten de toetredingsonderhandelingen immers eind dit jaar afgerond worden zodat de gekwalificeerde landen in 2004 kunnen toetreden.
Nederland wil een besluit over de landbouwsubsidies „parkeren” tot december, om de tijd te hebben om de financiële gevolgen te overzien. In oktober presenteert de Europese Commissie een rapport welke van de tien kandidaten (Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta) klaar zijn voor toetreding. Daarnaast heeft Duitsland, dat in september een nieuw parlement kiest, tijd nodig voor de vorming van een regering, aldus Van Aartsen.
Volgens hem maken de kandidaatlanden zelf geen punt van het uitstellen van een besluit. Van Aartsen waarschuwde er verder voor dat de Europese en ook de Nederlandse bevolking kritischer is geworden en bezorgdheid leeft over de uitbreiding van de Unie.
Nederland staat met name lijnrecht tegenover de Commissie, die de „nieuwe” boeren inkomenssteun wil geven, oplopend van 25 procent in 2004 tot de volle 100 procent in 2013. Volgens Van Aartsen gaat dat in de tijd veel verder de (financiële) afspraken van de top in Berlijn van drie jaar geleden. „Ik vind de uitbreiding geen argument om het ouderwetse landbouwsysteem door te trekken tot 2013.”
Vooral Frankrijk maakt zich hard voor het commissievoorstel om de inkomenssteun voor zijn eigen boeren veilig te stellen. Volgens Van Aartsen voorspelt dat een stevig debat over de richting van het Europese landbouwbeleid, waarover de commissie in juli met een rapport komt. Hij haalde uit naar „een conservatief blok” dat elke verandering van het beleid tegenhoudt en de uitbreiding misbruikt om een achterhaald systeem te handhaven.