Charme van Krols oeuvre ligt in het detail
Titel:
”Krol & de Koninklijke”
Auteur: Gerrit Krol
Uitgeverij: Querido
Amsterdam, 2001
ISBN 90 2147 275 9
Pagina’s: 365
Prijs: ƒ 35,– Titel: ’n Kleintje Krol
Auteur: Gerrit Krol
Uitgeverij: Querido
Amsterdam, 2001
ISBN 90 2147 277 5
Pagina’s: 57
Prijs: ƒ 5,– chapeau „Ik wil de P. C. Hooftprijs niet voor mijn 65e,” merkte Gerrit Krol ooit publiekelijk op. De schrijver, sinds 1 augustus 67, is vermoedelijk een tevreden mens, want eerder dit jaar werd die eervolle prijs hem verleend. Ter gelegenheid ervan verschenen bij uitgeverij Querido maar liefst drie bloemlezingen. Ze laten Krols veelzijdigheid zien.
Charme van Krols oeuvre ligt in het detail
naam(u14,1,0(Door drs. A. J. Maasland
aanhefDe drie bundels tellen samen ruim 700 bladzijden – en dat is dan nog maar een bescheiden deel van het complete werk van deze veelschrijver: sinds zijn debuutroman uit 1962 verschenen er zo’n veertig titels. Een hele prestatie, temeer daar Krol ook nog een baan had als computerprogrammeur en systeemanalist bij de Koninklijke/Shell en de Nederlandse Aardolie Maatschappij.
Die broodwinning vormde meteen een rijke inspiratiebron; bloemlezing één draagt de titel ”Krol & de Koninklijke”. Zij bevat twee romans en vier kleinere prozastukken. Al bij de eerste bladzijden van de eerste roman ”De chauffeur verveelt zich” valt het unieke van Krols aanpak op. Er staan veel korte alinea’s in –soms tellen ze maar een paar woorden– die meer of minder inhoudelijk verband tonen. Zoals de volgende vier(!): ”Hard vs. zacht. Groot of klein. Genoeg? Te veel.”
Bij eerste lezing keek ik bedenkelijk, en nog steeds maken dergelijke passages me niet overmatig enthousiast. Maar Krol, of althans diens personage, heeft er een welomschreven reden voor: „Waarom ik overigens zulke stukjes in mijn boeken doe? Gewoon omdat mijn systeem dit met zich meebrengt. Over een paar jaar is het heel gewoon” (blz. 98).
Overleven
Rode draad van de roman is de relatie van de hoofdpersoon met zijn vrouw Marie en het werk voor Shell. Het verhaal is niet al te stevig geconstrueerd en staat vol met meer of minder curieuze redeneringen en tekeningetjes(!) ter verduidelijking. Het belangwekkende van sommige ideeën ontgaat me: „Wat in elkaar past, kun je wel uit elkaar halen, maar een dag later zit het toch weer in elkaar – dat is, kortweg gezegd, het principe van het overleven.” Maar wat er ook verder over te zeggen valt, ”De chauffeur verveelt zich” is een oorspronkelijk boek, waar je desgewenst niet snel op uitgekeken raakt.
”60.000 uur. Een autobiografie” las ik met meer genoegen. Het is een bondig en bij tijden humoristisch verslag van Krols werk voor Shell. De lezer komt meer te weten over relatief onbekende onderwerpen: gaswinning, grotebedrijfsculturen, het begin van het ICT–tijdperk.
Plattegrond
De tweede bloemlezing, ”Krols keuze”, bevat onder meer ”De man achter het raam”. Deze roman is te bezien als een gedachte–experiment naar aanleiding van de vraag: Wat is de innerlijke wereld van een computer die intelligent genoeg is om een gesprek te voeren? De uitwerking is fascinerend en getuigt van veel verbeeldingskracht.
Achter in het boek is het essay ”Wittgenstein in kleur” te vinden. Het biedt een pittige, interessante kennismaking met een diepzinnig boekje (”Bemerkungen über die Farbe”), en brengt op verrassende vragen: „Is een doorzichtig wit denkbaar?” (Antwoord: nee.)
Gemakkelijker toegankelijk zijn de columns, veelal opgesteld in een lichtvoetige stijl. Sommige ervan zijn ronduit grappig, zoals die over samen boodschappen doen. „Je vrouw keurt en kiest en wandelt voort en zelf loop je mee als een tamme bouvier, die, zodra zij ergens is blijven staan, naar haar terugdrentelt.” Een tamme bouvier… je ziet het voor je.
Het boekje ”’n Kleintje Krol” (57 bladzijden) bevat een gedicht, enkele columns, korte romanfragmenten en een essay van Nicoline Timmer. Voor een kennismaking is dit boekje wel érg beknopt, het kost dan ook maar 5 gulden.
Timmers essay is alleszins lezenswaard. Haar typering van Krols oeuvre: „De romans, de essays en de gedichten – allemaal ontvouwen ze zich als een soort plattegrond, waarop nog niet alles ingekleurd is. Zijn teksten zijn ’open.’” Anders gezegd: ze bevatten veel elementen die verder uitgewerkt kunnen worden. Dat stimuleert de lezer, maar sommige passages zijn zo beknopt dat je er wel heel veel kanten mee uitkunt. Je moet ervan houden.
Enige liefde voor exacte wetenschappen is eveneens gewenst. De auteur (die zelf wiskunde studeerde) neemt nogal wat notities op in de trant van: „Licht = energie die vrijkomt als een elektron terugvalt in zijn eigen baan, de baan waarin hij thuis hoort.”
Inbreuk
De charme van Krols boeken ligt wat mij betreft in het detail; her en der staan puntig verwoorde waarheden („Onze behoefte aan zachtheid is eindeloos”) en formuleringen die eruit springen qua beeldverwekkend effect.
Over God en geloofszaken laat de schrijver zich in deze bundels weinig rechtstreeks uit. Wat hem betreft, zegt hij in een Volkskrant–interview, zouden ethische wetten aan gene zijde van het graf wel eens „heerlijk afwezig” kunnen zijn. Dat sommige boeken schokkende passages bevatten, is dus niet vreemd; „overspel komt een verhaal altijd ten goede.” Wie Krols oeuvre ter hand neemt, dient te bedenken dat een geslaagd kunstwerk (opnieuw met de woorden van de schrijver) „weerzin [kan] opwekken of als een inbreuk worden ervaren.”