Frankrijk
Hoogstwaarschijnlijk krijgt Frankrijk volgende week een centrumrechtse regering. De eerste ronde van de parlementsverkiezingen eindigde zondag in een grote overwinning voor de coalitie van de conservatieve president Jacques Chirac. Vrijwel zeker krijgt de op 5 mei als president herkozen Chirac daarmee een rechtse meerderheid in het parlement. Daarmee is dan een einde gekomen aan de zogenaamde ”cohabitation”. Hierbij moet een rechtse president zoals bijvoorbeeld Chirac samenwerken met een parlement dat een andere politieke kleur heeft.
In de eerste ronde van de parlementsverkiezingen, die zondag werden gehouden, blijkt de centrumrechtse Unie voor de Presidentiële Meerderheid (UMP) winst te hebben geboekt. Als de coalitie erin slaagt dit resultaat vast te houden bij de tweede ronde van de verkiezingen op zondag 16 juni, kan zij rekenen op meer dan 380-440 van de in totaal 577 zetels in de Franse Assemblée Nationale. De Franse socialisten en hun kameraden bijten in het stof. Het aantal linkse zetels kan uiteindelijk 132-191 zetels bedragen. Dat geeft aan dat zij de nederlaag van 21 april niet te boven zijn gekomen.
De extreem rechtse Le Pen ging bij de presidentsverkiezingen door naar de tweede ronde maar werd op 5 mei verslagen door Chirac. In feite betekende dit dat Frankrijk, inclusief links, in die tweede ronde meer tégen Le Pen dan vóór Chirac koos. Zondag verloor extreem rechts met 11,5 procent, vergeleken met 1997 (bijna 15 procent), terrein. Hiermee zou de partij hooguit vier zetels kunnen behalen. Dat is te weinig om binnen het parlement de begeerde sleutelpositie in te nemen, iets waar Le Pen op aast.
Eind april schreeuwde Europa moord en brand over de overrompelende opmars van Le Pen in Frankrijk. Het ”avondland” dreigde compleet te worden uitgeleverd aan extreem rechtse leiders als Fortuyn, Haider en Le Pen die voor het gemak op een grote hoop werden geveegd. Inderdaad bevindt extreem rechts zich in het algemeen in de lift. Maar wie de cijfers grondig bekijkt, weet dat het wat Frankrijk betreft nogal meevalt met het Front National. Van een echte ruk naar ultrarechts is geen sprake. Daarom is de mediahysterie voorbarig gebleken. De soep wordt doorgaans nooit zo heet gegeten als dat zij wordt opgediend.
Op de keper beschouwd is het juist de vraag of de uiteindelijke resultaten in Frankrijk tot tevredenheid stemmen. Dat Le Pen geen doorbraak maakt, is reden om blij te zijn. Verheugend is ook dat ethische waarden en normen onder rechts hopelijk meer zullen worden gewaarborgd dan bij links tot dusver het geval was.
Maar bij de overweldigende zege van centrumrechts vallen wel de nodige kanttekeningen te plaatsen. Duidelijk is dat Chirac op alle fronten heeft gewonnen. Toch is een parlement gebaat bij een evenwichtiger verdeling van de macht dan dat straks het geval zal zijn. Voor de regering van Chirac was het beter geweest als de oppositie in het parlement groter was geweest. Forse tegenwind levert namelijk de beste prestaties op. Het verdient dus in Parijs geen schoonheidsprijs dat rechts alle macht in handen krijgt.
Chirac die zelf in een aantal onverkwikkelijke affaires is verwikkeld, smeekte de Fransen hem te verlossen van de cohabitation. Die zou hem beletten effectief en met daadkracht te regeren. Frankrijk staat op het punt hem zijn zin te geven. Daarmee zullen de verwachtingen hooggespannen zijn. Natuurlijk valt het nog te bezien of Chirac daaraan kan voldoen. De werkelijkheid is immers in de praktijk vaak hardnekkig.
Een teken aan de wand is dat een recordaantal kiezers van bijna 35 procent thuisbleef. Dat is een absoluut laagterecord in de Vijfde Republiek sinds 1958 en maakt de uitslag van de tweede ronde op 16 juni onzeker. Vooralsnog is er voor Chirac geen reden hoog van de (Eiffel)toren te blazen.