Peijs: Samenwerking op spoor moet nog beter
SCHEVENINGEN (ANP) – Minister Peijs (Verkeer) vindt dat de Nederlandse Spoorwegen en ProRail nog beter moeten gaan samenwerken om storingen zoals laatst in Utrecht, toen op een vrijdagavond tienduizenden treinreizigers strandden, te voorkomen. Zonodig zal zij dat afdwingen, waarschuwde de bewindsvrouw woensdag in een openingsspeech tot een railcongres in Scheveningen.
De toename van zulke incidenten plus de treinongelukken in Amsterdam zijn in haar ogen niet goed voor het spoor. „Het is veel makkelijker om een slecht imago te krijgen dan er weer vanaf te komen."Volgens Peijs is het de taak van vervoerders na een storing de dienstregeling sneller op de rails te krijgen. Dat soort verbeteringen zal ze via de zogenoemde beheer– en vervoerconcessie, de contracten op grond waarvan NS en ProRail het spoor mogen berijden en beheren, eventueel afdwingen.
Anderzijds roept Peijs alle partijen op het spoor op „veel meer dan nu" de positieve resultaten te gebruiken om het soms onterechte negatieve beeld van het spoor om te buigen. En ze vraagt NS en ProRail nadrukkelijk „niet te gemakkelijk" met de vinger naar elkaar te wijzen. „Dat versterkt alleen maar het negatieve imago van het spoor." Bovendien lijkt dat ‘zwartepieten’ vaak niet terecht. Incidenten zijn even vaak gevolg van infra als van het materieel van vervoerders.
Tegenover haar gehoor ging de bewindsvrouw amper in op de ruzie met de NS over de HSL–Zuid. De eerste snelle treinen dreigen pas in januari 2008 in plaats van april 2007 te gaan rijden, omdat ze niet op tijd kunnen worden uitgerust met een nieuwe beveiligingssysteem (ECTS of ERTMS). Peijs twist met de NS, via HSA exploitant van de HSL–verbinding, over wie voor dat eventuele uitstel verantwoordelijk is. Donderdag overlegt ze met een zeer ongeruste Tweede Kamer over de problemen.