Die boodschap bracht de Amerikaanse onderminister Burns van Buitenlandse Zaken dinsdag in een persgesprek tijdens een reis naar Europa. Later deze week reist hij door naar de Balkan.„Als NAVO hebben we voorwaarden gesteld, en we verwachten volledige beantwoording aan die voorwaarden. Voor Servië betekent dat uitlevering van Mladic en voor Kroatië van Gotovina. De Verenigde Staten zullen die voorwaarden niet versoepelen”, aldus Burns.

Volgens hem moeten de Balkanstaten „zichzelf uit het moeras van de oorlog trekken.” Vooral op Servië hebben de Amerikanen kritiek, omdat oorlogsverdachte Mladic, de man achter de massamoord in Srebrenica, nog altijd niet in de cel zit. Het argument van de Serviërs dat het moeilijk is om hem te arresteren, wuift Burns weg. „Het is een klein land, die man is makkelijk herkenbaar. Tien jaar na een massamoord op 8000 mensen kan hij in vrijheid leven. Daar is geen excuus voor.”

De Amerikaanse kritiek komt nadat de EU de deur juist heeft geopend voor Kroatië, dat mag onderhandelen over lidmaatschap, en voor Servië, waar nauwe samenwerking in het verschiet ligt. Burns haast zich echter te zeggen dat hij „geen kritiek heeft op de EU.”

Dat de deur van de NAVO op slot blijft, is volgens Burns een krachtig drukmiddel, ondanks de soepeler houding van de EU. „Die landen weten dat ze niet meedoen aan de relatie tussen EU en VS zonder NAVO-lidmaatschap.” Beide landen hebben inderdaad lidmaatschap aangevraagd.

Burns sprak verder over Iran, het land dat dreigt zijn nucleaire activiteiten uit te breiden tegen de zin van de EU en de VS. In augustus liepen de gesprekken tussen de „EU-3” (Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland) en Iran stuk. „Ik denk dat het bal nu in het kamp van Iran ligt”, vindt Burns. Dat land zou het voortouw moeten nemen voor het hervatten van de gesprekken. Burns meent dat Iran steeds meer alleen komt te staan en ook steeds meer diplomatieke druk ervaart.