Binnenland

Pleidooi voor sterkere positie huurders

DEN HAAG (ANP) – Huurders moeten meer zeggenschap krijgen binnen wooncorporaties en commerciële verhuurders van woningen, maar niet zover dat zij wettelijk instemmingsrecht krijgen en mogen meebeslissen over tal van zaken.

11 October 2005 15:04Gewijzigd op 14 November 2020 03:03

Dat adviseert een onafhankelijke commissie die in opdracht van minister Dekker (VROM) en de Woonbond onderzoek heeft gedaan. Dekker introduceert marktwerking in de huursector om de woningschaarste proberen op te lossen. Concreet betekent dat dat de huurprijzen voor een kwart van de woningvoorraad op termijn worden vrijgegeven. Nu is dat 5 procent.Volgens de commissie–Leemhuis vraagt dat om een sterkere positie van de huurders. Zo pleit zij voor meerjarige huurafspraken om de onzekerheid over huurverhogingen te verminderen en een redelijke aanzeggingstermijn bij een huuraanpassing na de overeengekomen periode.

Huurders van alle typen verhuurders moeten een even sterke positie hebben. Verschillen tussen de sociale en commerciële sector moeten rechtgetrokken worden. Bewonerscommissies bij commerciële verhuurders zijn nu geen echte partij en hun positie moet vergelijkbaar worden met die bij corporaties.

Volgens Leemhuis, oud–commissaris van de koningin, hebben huurders recht op informatie, overleg en advies. Verder zijn naast wetgeving professionalisering van gedrag en cultuur zeker zo belangrijk.

In een reactie gaat minister Dekker een eind mee met Leemhuis’ voorstellen. Het voorstel voor meerharige huurafspraken wil de bewindsvrouw „nader uitwerken" en bespreken met de corporaties. Wat betreft het initiatiefrecht, over zaken zoals het afschaffen van blokverwarming, zal Dekker de zogeheten Overlegwet aanpassen.

Huurders mogen het initiatief nemen en voorstellen doen, maar de verhuurder hoeft dat niet over te nemen maar moet wel aangeven waarom hij dat niet doet. Het wettelijk instemmingsrecht is Dekker echter „een brug te ver". „Huurders zijn wat dat betreft nooit een gelijkwaardige partij. Ze beheren de investeringsruimte niet". De beslissingsbevoegdheid hoort volgens haar bij de verhuurder te blijven.

Woonbonddirecteur M. van Veen betreurt het dat Leemhuis en Dekker het instemmingsrecht voor de huurders niet steunen. „Misschien dat we over een paar jaar wel die volwassen verhoudening kennen", sprak zij hoopvol. Verder is zij tevreden dat huurders straks meer en eerder betrokken zullen worden bij bijvoorbeeld een opknapproject voor een oude wijk.

De koepelorganisatie van de corporaties, Aedes, kan zich goed vinden in het advies. „Gelijke rechten voor alle huurders en gelijke plichten voor alle verhuurders. Een prima keuze van de Commissie Leemhuis", vindt Aedes–directeur P. Boerenfijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer