Fazio wordt verdacht van misbruik van zijn positie, door ABN AMRO te benadelen ten gunste van een Italiaanse rivaal. De Nederlandse bank won het gevecht uiteindelijk toch.Fazio, tegen wie geen officiële aanklacht is ingediend, werd door het openbaar ministerie aan de tand gevoeld in het gerechtsgebouw in Rome. Hij beantwoordde de vragen volgens zijn advocaten „in alle rust”, maar onthield zich van uitspraken tegen de pers.

De bankpresident heeft steeds volgehouden niets verkeerds te hebben gedaan, en bleef zitten ondanks oproepen tot aftreden vanuit zowel de Italiaanse regering als de oppositie.

De bankier reageerde op de beschuldigingen door middel van een open brief aan de pers. Fazio stelt daarin dat hij niets verkeerd heeft gedaan bij de overnamestrijd rond Antonveneta.

Fazio had naar eigen zeggen twijfels over de overname door ABN AMRO, omdat hij zich zorgen maakte over de traditionele klanten van Antonveneta, de kleine en middelgrote bedrijven. Hij was van mening dat ABN AMRO geen gevoel voor deze bedrijven zou hebben, terwijl deze juist zo belangrijk zijn voor de Italiaanse economie, aldus de bankier.

Ook verdedigde hij zijn beslissing om zich tegen het advies van de experts van de Italiaanse centrale bank, Banca d’Italia, te keren. Zij waren tegen de overname van Antonveneta door de rivaal van ABN AMRO, Banca Popolare Italiana (BPI).

Volgens Fazio werd er in het advies van deskundigen geen melding gemaakt van de positieve aspecten van een overname door BPI. Daarom was het advies gebrekkig, zo stelt de 69-jarige bankpresident.

Fazio is aangesteld voor het leven, maar het schandaal rond Antonveneta en andere affaires waren aanleiding tot het indienen van wetgeving die de ambtstermijn van toekomstige presidenten van de Italiaanse centrale bank beperkt tot zeven jaar.