Medewerkers van de faculteit reageerden maandag ontdaan over de mislukte lancering van Cryosat, die onderzoek moest gaan doen naar de ijsdikte van de poolkappen. Door problemen met de draagraket kwam de in Rusland gelanceerde sonde zaterdag niet in een baan om de aarde maar in de Noordelijke IJszee terecht.
Delftse wetenschappers hadden de radarsignalen van de satelliet van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA moeten verwerken. Volgens een woordvoerder van de faculteit bieden andere projecten vooralsnog voldoende werk.
B. Ambrosius, hoogleraar astrodynamica en satellietsystemen, maakt niettemin geen geheim van zijn teleurstelling. „We kunnen door deze mislukte lancering minder direct uitspraken doen over de snelheid van het afsmelten van onze ijskappen. Ik hoop van harte dat er een vervolgmissie komt. Dit onderzoek is té belangrijk om te lang mee te wachten.“
De TU verricht al jaren onderzoek naar de waterhuishouding van de aarde. Ambrosius: „Bestaande satellieten, zoals bijvoorbeeld Envisat, blijven ons voorzien van data over het niveau van onze oceanen. Deze ijsmissie zou echter specifiek de ijskappen observeren.”
Russische ruimtevaartspecialisten onderzoeken wat er bij de lancering precies is misgegaan. Bij ESA overheerst net als bij de TU onduidelijkheid over de toekomst van het Cryosat–project. De satelliet, die 136 miljoen euro heeft gekost, moest volgens de plannen drie jaar lang de veranderingen aan de ijskappen in kaart brengen.