Onder internationale druk begon Rabat dit weekeinde met het weer ophalen van grote groepen vluchtelingen in de Sahara, die daar volgens hulporganisaties zonder eten en water waren geplaatst. Ze zullen de komende dagen worden teruggevlogen naar hun geboortelanden, vrijwel zonder uitzondering landen ten zuiden van de Sahara.De Afrikanen waren de afgelopen weken betrokken bij vaak massale pogingen om de door Marokko omsloten Spaanse enclaves Melilla en Ceuta binnen te dringen. Op Spaans grondgebied hopen de veelal jonge Afrikaanse mannen op toegang tot de Europese Unie, waar ze een nieuw leven willen beginnen. Bij de uitbraken vielen zeker elf doden; vele honderden mensen werden aan Spaanse of Marokkaanse zijde opgepakt.

Artsen zonder Grenzen (AzG) berichtte al voor het weekeinde in de woestijn in het zuiden van Marokko ruim 500 immigranten te hebben aangetroffen die eerder in de buurt van de Spaanse enclaves waren opgepakt. De organisatie berichtte dat de illegalen volledig aan hun lot waren overgelaten.

Ongeveer 1500 Afrikaanse migranten die door de Marokkaanse autoriteiten in de woestijn waren gedumpt, hebben intussen de weg weten te vinden naar kampen. Volgens de onafhankelijke Marokkaanse Mensenrechten Associatie is daarbij een zwangere vrouw om het leven gekomen. Volgens een woordvoerder van de associatie zijn de migranten vrijdag op twee plaatsen in de Sahara achtergelaten.

Amnesty International uitte zaterdag de beschuldiging dat de Spaanse autoriteiten de mensenrechten schenden van Afrikaanse immigranten die illegaal Ceuta en Melilla zijn binnengedrongen. Ze zouden Afrikanen uitzetten zonder hun identiteit te hebben vastgesteld of na te gaan of ze politieke vluchtelingen zijn.

Bovendien is volgens Amnesty het terugsturen naar Marokko van Afrikanen die de Spaanse enclaves aan de Noord-Afrikaanse kust hebben bereikt onmenselijk, aangezien er een reële kans bestaat dat ze in dat land worden gemarteld of slecht behandeld.