„Vrijgemaakte synodezitting bond samen”
AMERSFOORT - De synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) was „samenbindend.” Zo typeerde preses ds. P. Niemeijer vrijdagavond de synode die het afgelopen jaar werd gehouden. „We hebben positief en onbekrompen gereformeerd, besluitvaardig en samenbindend willen zijn.”
Samenbindend definieerde hij als: „door een goede afstemming te zoeken tussen landelijk en plaatselijk en door ons heil niet te zoeken in gedetailleerde en dichtgetimmerde regels, maar in duidelijke kaders, waaraan we elkaar ook mogen houden.”De inhoud en grenzen van het „algemeen en ontwijfelbaar christelijk geloof” hebben specifiek aandacht gehad in de synodebesprekingen over het appèl op de nieuwe vrijgemaakte kerken, aldus ds. Niemeijer. „We hebben aangegeven hoe wij van oordeel zijn dat we in de katholiek gereformeerde lijn zijn voortgegaan. Er was verschil over de wijze waarop we ons appèl wilden overbrengen, maar inhoudelijk vonden we elkaar hier op de synode: geen leerstellige specialiteiten of ethische groepscodes, maar Schrift en belijdenis zijn bepalend voor de grenzen van de kerk. Die overeenstemming heb ik ervaren als een godsgeschenk.”
De synode nam besluiten over omstreden onderwerpen als de verhouding tussen sabbat en zondag, huwelijk en echtscheiding, liturgie en kerkmuziek. „En we gaan zoeken naar Gods wil inzake man en vrouw in de kerk”, aldus ds. Niemeijer. „We realiseren ons dat we daar meer voor nodig hebben dan gezond verstand en het vermogen om te redeneren en consequenties te trekken. We zijn aangewezen op de verlichting door Gods Geest. En we hebben over die zaken gezamenlijke bezinning nodig. Individualistisch en eigengereid handelen is uit den boze.”
Dat betekent volgens de synodepreses niet dat overal uitgewerkte regels voor nodig zijn. „We hebben een tijd in ons kerkelijk leven achter de rug waarin we het vérgaand eens waren met elkaar over allerlei praktische consequenties en vormgevingen van ons geloof. Als we uitzonderingen in bijvoorbeeld de liturgie niet simpel verboden, wilden we zelfs die tot in detail regelen. Eventueel vlogen we er elkaar om in de haren.”
Het is tijd voor ’wederkeer’ naar de basis, vindt hij. „Zoals in de besluiten over echtscheiding gebeurt. Geen beheersingsdenken en ingewikkeld samenstel van gelegaliseerde uitzonderingen. Maar de bijbelse grondregel formuleren en wat daarvan afwijkt op echt geestelijke wijze als kwaad beleven, dat ons doordringt van onze afhankelijkheid van Gods genade in Christus en ons verlangen verdiept naar het rijk van God. En als we nadere afspraken maken, dan niet in de vorm van precieze regels, maar van bijbelse kaders.”