Dat heeft Annan vrijdag tegen journalisten gezegd tijdens een bezoek aan Bern. De Servische provincie Kosovo staat onder tijdelijk VN–bestuur sinds de NAVO–bombardementen op Joegoslavië in 1999.De Serviërs willen hun provincie terug, de Kosovo–Albanezen eisen onafhankelijkheid. De VN hadden lang geaarzeld met het openen van gesprekken over de toekomst van Kosovo. Men wilde eerst afwachten dat de situatie aan de grond stabieler zou worden en dat er de nodige garanties zouden zijn inzake democratie en mensenrechten, voordat Kosovo eventueel onafhankelijk wordt.

Aanleiding voor de NAVO–interventie in 1999 was het grootschalige geweld van de Servische politie en het Joegoslavische leger tegen de Kosovo–Albanese burgerbevolking in 1998/99. De inmiddels verdreven Joegoslavische president Slobodan Milosevic staat hiervoor sinds februari 2002 terecht voor het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag.

De Serviërs beschouwen Kosovo als de middeleeuwse wieg van hun natie, terwijl de etnische Albanezen inmiddels 90 procent uitmaken van de bevolking van twee miljoen. De door de NAVO geleide vredesmacht KFOR beschermt Servische–Orthodoxe kloosters in Kosovo. Veel Kosovo–Serven leven in eveneens door KFOR bewaakte enclaves.

Westerse landen lijken te neigen naar een soort ’voorwaardelijke onafhankelijkheid’ voor Kosovo onder toezicht van bijvoorbeeld de EU, zo is van diplomatieke bronnen vernomen. Er komt mogelijk een soort pendeldiplomatie tussen Pristina en Belgrado, met de Finse oud–president Ahtisaari als bemiddelaar.