Het openbaar ministerie eiste gisteren voor de rechtbank in Den Haag vijftien maanden cel, waarvan drie maanden voorwaardelijk, tegen de Hagenaar wegens zware mishandeling van een medegedetineerde.Het OM wilde Murat en een vijftal andere verdachten in eerste instantie poging moord ten laste leggen, maar zwakte de aanklacht af tot zware mishandeling met voorbedachten rade. Die had eind maart plaats in jeugdinrichting Teylingereind in Sassenheim, waar alle verdachten en het slachtoffer destijds vastzaten. Na afloop van een kerkdienst werd Rizvy B. in het gebedshuis gemolesteerd door medegevangenen.

De rechtszaak tegen de 18-jarige Murat werd achter gesloten deuren behandeld omdat hij ten tijde van het strafbare feit nog minderjarig was. Dat geldt ook voor drie medeverdachten. Tegen hen werden celstraffen geëist die overeenkwamen met hun voorarrest. Daarnaast wil justitie dat de rechtbank hun drie maanden voorwaardelijk oplegt.

Tegen een meerderjarige medeverdachte werd eenzelfde soort straf geëist. De officier van justitie was minder mild voor Patrick K. Deze 18-jarige zou het brein zijn achter de groepsmishandeling, met goede vriend Murat D. als zijn belangrijkste handlanger.

Het OM sprak van een „buitengewoon zorgelijke zaak die nota bene heeft plaatsgevonden in een jeugdinrichting” en hij noemde het een wonder dat het slachtoffer niet meer dan een hersenschudding en wat kneuzingen overhield aan de vechtpartij.

Het motief voor het geweld was waarschijnlijk wraak. Het slachtoffer zou twee jaar eerder met een aantal andere jongeren Patrick K. hebben mishandeld. Inmiddels verblijven de verdachten en het slachtoffer in andere (jeugd)gevangenissen. Murat is overgeplaatst naar penitentiaire inrichting De Hartelborgt in Spijkenisse.

Murat D. was al veroordeeld tot vijf jaar celstraf en TBS met dwangverpleging volgens het strafrecht voor volwassenen. Dat was opmerkelijk, aangezien de jongeman minderjarig was toen hij Van Wieren in januari 2004 doodschoot in de schoolkantine. Zijn raadsman, A. Moszkowicz, is daartegen in het verweer gekomen en heeft een procedure bij de Hoge Raad aangespannen.

Uitspraak 20 oktober.