Voor 30 euro brandstof alstublieft
Auto’s slurpen wegens de hoge brandstofprijzen een steeds groter deel van het particuliere en zakelijke budget op. Hollanders zouden geen Hollanders zijn als ze niet op zoek gingen naar goedkopere tankopties. Dus geven sommige automobilisten hun wagen zonnebloemolie te drinken. De meerderheid rijdt echter naar een witte of onbemande pomp, blijkt uit onderzoek van TNS NIPO. Wie doen dat? En wie zijn de mensen die stug doortanken bij het merkstation langs de snelweg?
„De prijs van benzine en diesel kan niet hoog genoeg zijn.” De dertiger die deze onverwachte uitspraak doet, staat op de parkeerplaats van tankstation Neerduist aan de A1 bij Bunschoten-Spakenburg. „Alleen onder druk van geld kan de overheid ertoe worden overgehaald ijveriger naar milieuvriendelijke energiebronnen te zoeken”, verklaart de man. „Dat betekent niet dat ik bij deze dure pomp heb getankt. Ik bezoek alleen Tango- en ANWB-tankstations. De goedkope adressen staan in mijn navigatiesysteem. Van internet gedownload.”Ook de volgende parkeerder heeft niet bij Neerduist getankt. „Ik kwam er alleen een kopje koffie halen. Ook dat is hier eigenlijk te duur.”
Pas aan de pomp is het raak. Alexander Baas uit Amersfoort koppelt de gasslang aan zijn auto. Waarom hier? „De meter stond bijna op nul en dit was het dichtstbijzijnde tankstation. Bovendien krijg ik hier Air Miles. Als ik die niet meebreng, krijg ik thuis op m’n kop. Wat ook meespeelt, is dat het prijsverschil op een tank lpg niet echt aantikt.”
De drie tankers naast hem zijn allen leaserijders. Ze hebben een tankpas en mogen die van hun baas gebruiken waar ze willen. En Neerduist lag nu eenmaal op de route.
Een in leer gestoken motorrijder vult het reservoir van zijn tweewieler tot het randje met euro 95. Hij weet dat hij bij een Tango-station goedkoper uit is, maar had „geen zin” om er voor om te rijden.
De manager van Neerduist merkt niet dat steeds meer mensen naar een witte of onbemande pomp trekken. „Het is hier de laatste weken juist heel druk.” Dat zijn tankstation duur is, beaamt hij. Hij kan er naar eigen zeggen weinig aan doen en wijst met een beschuldigende vinger richting overheid. „Ik vind het best dat we als Nederland in alles nummer één willen zijn, maar moet dat nu ook voor onze brandstofprijzen gelden? Benzine is hier het duurst van heel Europa.”
Beter plannen
Een kilometer of twintig naar het zuiden ligt het wittepompstation van Aalt Pieper, aan de Broekermolenweg tussen Putten en Nijkerk. Zijn diesel is bijna 6 cent goedkoper dan die van Neerduist, de benzineprijs ligt ruim 5 cent lager. De klanten druppelen in een gestage stroom binnen. Een van hen is mevrouw Gort uit Putten. „Ik kom hier omdat de pomp op mijn route ligt en omdat de prijzen hier relatief laag zijn. Ik vermijd tanken langs de snelweg. Veel te duur.”
R. Schuyt komt eveneens uit Putten. Ook hij wordt vooral getrokken door de schappelijke prijzen. Toch tankt hij niet altijd bij Pieper. „Soms ben ik niet in de buurt als mijn meter in de reserve staat. En ik heb geen zin om er kilometers voor om te rijden.”
Eigenaar Pieper merkt goed dat de laatste maanden steeds meer mensen de weg naar zijn pomp weten te vinden. „Mensen gaan bewuster met de brandstofprijzen om. Ze plannen bijvoorbeeld hun route beter, zodat ze langs een tankstation als het mijne komen.”
De klanten komen volgens de Puttenaar uit alle lagen van de bevolking, hoewel de minder vermogenden in de meerderheid zijn. „Zij laten hun tank vaak niet helemaal vol gooien, maar vragen bijvoorbeeld voor 30 euro brandstof, in de ijdele hoop dat de prijzen op korte termijn zakken.”
Het gerucht dat brandstof van een witte pomp van inferieure kwaliteit is, noemt de Putter klinkklare nonsens. „Ik betrek mijn benzine, diesel en gas van Gulf. Niet de minste toch? Ik betaal voor A-kwaliteit en dan wil ik dat krijgen ook.”
Pieper is zeer kritisch over onbemande tankstations als Tango. Wellicht speelt mee dat hun prijzen nog iets lager liggen dan die van hem, maar er is meer. „Met de moderne hang naar zelfbediening, op welk gebied dan ook, helpen we onze economie naar de knoppen. Bedenk eens welke invloed het principe op de werkgelegenheid heeft. Bovendien is het slecht voor de betrokkenheid op elkaar. Natuurlijk zou ik mijn meiden bij de pomp kunnen ontslaan en de prijzen nog verder verlagen, maar veel mensen hebben behoefte aan een praatje bij de pomp, aan hulp bij het tanken.”
Zonnebloemolie
Iets verderop, bij het onbemande Firezone-tankstation in Ermelo, loopt het bewijs dat Pieper de waarheid sprak. Een jonge vrouw staart naar de instructies op de betaalautomaat bij de pomp. Na een paar minuten besluit ze haar auto te keren. Ze gaat terug naar het display. Leest nog eens. Drukt op een paar knopjes. Haalt een bonnetje uit het ding. Ploetert verder. „Het is de eerste keer dat ik hier kom. Ik ging altijd naar een pomp waar ze me hielpen. Dat beviel me eigenlijk beter, maar ja, vrienden zeiden dat de benzine hier minder duur was, en dat klopt.”
Euro 95 van Firezone is inderdaad relatief goedkoop. Nog 1 cent goedkoper dan bij Pieper, waar de brandstof 1,429 euro kostte. Een volle tank kost daarmee ’slechts’ 85 euro. Misschien toch maar een pallet zonnebloemolie bij de Aldi halen.
Tankonderzoek
Ruim de helft van de automobilisten (58 procent) tankt wel eens bij een witte of een onbemande pomp. Eenvijfde (21 procent) doet dat altijd, 40 procent nooit.
Jongeren tot 35 jaar tanken vaker bij de witte of onbemande pomp dan mensen van 35 jaar of ouder (68 versus 53 procent).
De helft van de tankers bij een witte of onbemande pomp maakt wel eens een omweg om daar te tanken. Bijna een kwart (23 procent) doet dat vaak of altijd. De overgrote meerderheid van hen laat de omweg niet boven de 5 kilometer uitkomen (73 procent). Slechts een enkeling (1 procent) rijdt meer dan 10 kilometer om. Vrouwen zijn daar eerder toe bereid dan mannen (65 versus 53 procent).
Duidelijke bewijzering en mond-tot-mondreclame zijn de meest effectieve communicatiemiddelen voor witte en onbemande pompen. De meeste mensen vinden de goedkope tankstations als ze er toevallig langsrijden (44 procent) of via vrienden en bekenden (24 procent). Internet (6 procent) en advertenties of folders (5 procent) zijn veel minder effectieve vormen van publiciteit.
Bron: TNS NIPO, september 2005; steekproef onder 679 automobilisten.