Dat zei minister Veerman van Landbouw donderdag bij de lancering van de “Visie op de houtproductie” van het departement en het Platform Hout in Nederland.Volgens de minister geeft de Nederlandse bossector het goede voorbeeld aan het buitenland. „Ecologisch, economisch en sociaal" past de handelwijze van de sector in het natuur- en milieuvriendelijke beleid van het Rijk.

In de visie streven het platform en het ministerie naar uitbreiding van de bossen en een effeciëntere oogst van het hout. De Nederlandse bossen moeten „multifunctioneel" zijn en bijdragen aan het landschap, milieu, natuur, recreatie en hourproductie, aldus de twee partijen.

Nederland telt op dit moment ongeveer 360.000 hectare bos, waarin voornamelijk grove dennen en inlandse eiken staan. Het kabinet streefde in het kader van het nationale natuurnetwerk, de Ecologische Hoofdstructuur, naar 400.000 hectare bos in 2020. Dat doel is echter recent geschrapt. Het platform vindt bosuitbreiding belangrijk voor de toekomstige houtvoorziening en roept de minister op hier in overleg met de sector alsnog op in te zetten.

Van de bomen die jaarlijks bijgroeien in de bossen, wordt op dit moment volgens het platform „slechts 55 procent" geoogst. Staatsbosbeheer neemt ruim eenkwart van die oogst voor zijn rekening. „De lage houtprijzen in combinatie met de relatief hoge oogstkosten ontnemen bij de boseigenaar de prikkel om te oogsten", zo staat in de houtvisie.

Het Landbouw Economisch Instituut constateerde in september dat de Nederlandse particuliere bosbouw afgelopen jaar minder verlies maakt dan voorheen. De opbrengsten dekten viervijfde van de oogstkosten, waardoor het verlies op 41 euro per geoogste hectare uitkomt. In 2003 was dat nog 75 euro per hectare.