Het openbaar ministerie eiste donderdag voor de rechtbank in Den Haag vijftien maanden celstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk, tegen de Hagenaar wegens zware mishandeling van een medegedetineerde.Dit maakte zijn advocaat A. Moszkowicz na de zitting bekend. De rechtszaak tegen de 18-jarige Murat werd achter gesloten deuren behandeld, omdat hij ten tijde van het strafbare feit nog minderjarig was. Dat geldt ook voor drie medeverdachten. Tegen hen eiste het OM alleen drie maanden voorwaardelijke celstraf.

Het OM wilde Murat in eerste instantie poging moord ten laste leggen, maar zwakte de aanklacht af tot zware mishandeling met voorbedachten rade. Die had eind maart plaats in jeugdinrichting Teylingereind in Sassenheim, waar alle verdachten en het slachtoffer destijds vast zaten. Na afloop van een kerkdienst werd Rizvy B. in het gebedshuis gemolesteerd door medegevangenen.

„Men heeft op hem ingeschopt en geslagen, en daarbij is gebruik gemaakt van stoelen", aldus B.’s advocaat X. Sijmons. „Het heeft iets van een kwartier geduurd en uiteindelijk is hij bewusteloos afgevoerd naar een ziekenhuis". Volgens Sijmons liep zijn cliënt een hersenschudding op, maar kon hij dezelfde dag nog terugkeren naar de jeugdgevangenis. B. eiste 1100 euro schadevergoeding van zijn belagers.

Inmiddels verblijven de diverse verdachten en het slachtoffer in andere (jeugd)gevangenissen. Murat D. is overgeplaatst naar penitentiaire inrichting De Hartelborgt in Spijkenisse.

Over de toedracht voor het geweld in de kerk doen verschillende verhalen de ronde. Volgens een lezing zou het slachtoffer zich schuldig hebben gemaakt aan afpersingspraktijken tegenover vrienden van zijn belagers. Andere bronnen stellen dat het slachtoffer graag de baas wilde zijn in de groep, hetgeen niet werd gewaardeerd.

Murat D. was al veroordeeld tot vijf jaar celstraf en TBS met dwangverpleging volgens het strafrecht voor volwassenen. Dat was opmerkelijk, aangezien de jongeman minderjarig was toen hij Van Wieren in januari 2004 doodschoot in de schoolkantine. Zijn raadsman A. Moszkowicz is daartegen in het verweer gekomen en heeft een procedure bij de Hoge Raad aangespannen.

De uitspraak is op 20 oktober.